Oefentoets zwakke werwoorden, haben, sein

Oefentoets werkwoorden 
Lesstof: 
- zwakke werkwoorden (met stam op -d/-t)
- haben / sein 

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets werkwoorden 
Lesstof: 
- zwakke werkwoorden (met stam op -d/-t)
- haben / sein 

Slide 1 - Tekstslide

Voor je gaat beginnen... 
Schrijf je de rijtjes van de werkwoorden op. 
Dat helpt je tijdens het maken van deze "toets".

Doe het uit je hoofd. Het is een check voor jezelf wat je al kent en kan, je hoeft geen 10 te halen ;)

Slide 2 - Tekstslide

Alles opgeschreven?
Dan gaan we beginnen. Vul bij de volgende opgaven alleen het juiste werkwoord in, je hoeft niet de hele zin over te nemen. 

Slide 3 - Tekstslide

zwakke werkwoorden 

Slide 4 - Tekstslide

(wohnen)
Mit wem ......... du in Kampen?

Slide 5 - Open vraag

(spielen)
Ich ......... jeden Tag am Computer.

Slide 6 - Open vraag

(heißen)
Wie ....... du?

Slide 7 - Open vraag

(kaufen)
Ihr ...... viel zu viel Schuhe!

Slide 8 - Open vraag

(arbeiten)
Matthijs .......... jeden Samstag.

Slide 9 - Open vraag

(warten)
Ihr ....... um die Ecke.

Slide 10 - Open vraag

(hören)
Hast du diese tolle Musik ..........?

Slide 11 - Open vraag

haben/sein

Slide 12 - Tekstslide

(zijn)
Ich ...... 12 Jahre alt.

Slide 13 - Open vraag

(hebben)
Wie viele Geschwister ........ du?

Slide 14 - Open vraag

(hebben)
Ihr ..... 30 Minuten Zeit.

Slide 15 - Open vraag

(zijn)
Wir ...... schon einen Monat zu Hause.

Slide 16 - Open vraag

(hebben)
Levi ...... ein neues Handy gekauft.

Slide 17 - Open vraag

(zijn)
Herr Meijer, ....... Sie schon lange Lehrer?

Slide 18 - Open vraag