V2 - Werkwoorden vervoegen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

hoe vervoeg je
de werkwoorden in
de tt?

Slide 2 - Woordweb

ik speel (spielen)

Slide 3 - Open vraag

jij boxt (boxen)

Slide 4 - Open vraag

zij wacht (warten)

Slide 5 - Open vraag

wij lopen (laufen)

Slide 6 - Open vraag

jullie praten (reden)

Slide 7 - Open vraag

zij doen (machen)

Slide 8 - Open vraag

u schrijft (schreiben)

Slide 9 - Open vraag

Präsens (tegenwoordige tijd)
A.) Regelmatige werkwoorden (sterk + zwak):
1. Hoofdregel 
2. Uitzondering: -sisklank
3. Uitzondering: -d/-t

B.) Onregelmatige werkwoorden:
haben, sein, werden + modale hulpwerkwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden
ich
du
er/sie/es/man

wir
ihr
sie/Sie
mache
machst
macht

machen
macht
machen
boxe
boxt
boxt

boxen
boxt
boxen
arbeite
arbeitest
arbeitet

arbeiten
arbeitet
arbeiten
1. machen
2. boxen*
3. arbeiten **

öffnen (openen)
atmen (ademen)
rechnen (rekenen)
regnen (regenen),
zeichnen (tekenen)
* werkwoorden die met de stam eindigen op een sisklank (-s, -ss, -ß, -x, -z) krijgen bij 'du' alleen een -t ipv -st 
** werkwoorden die met de stam eindigen op een -d/-t of medeklinker + -m of -n krijgen bij 'du, er/sie/es/man en ihr' een extra -e tussen de stam en de uitgang

Slide 11 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
ich
du
er/sie/es/man

wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat

haben
habt
haben
bin
bist
ist

sind
seid
sind
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
haben
sein
werden
worden/zullen
zijn
hebben

Slide 12 - Tekstslide

das Partizip 
hoofdregel
werkwoorden met stam op -d, -t, -m, -n
werkwoorden die eindigen op -ieren
werkwoorden die beginnen met be- of ver-
ge + stam + t
stam + t
ge + stam + et

Slide 13 - Sleepvraag

Partizip (voltooid deelwoord)
A.) zwakke werkwoorden:
1. Hoofdregel 
2. Uitzondering: stam op -d/-t &
medeklinker + -m of -n
3. Uitzondering: be- of ver-
4. Uitonzdering: -ieren
B.) Onregelmatige werkwoorden + sterke werkwoorden:
moet je 'gewoon' leren!!! 

+ een t.t. van haben of sein = Perfekt

Slide 14 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden - Partizip
3. be- of ver-
stam + t: besucht

4. - ieren
stam + t : studiert
1. Hoofdregel
ge + stam + t : gemacht

2. stam op -d/-t &
medeklinker + -m of -n
ge + stam + et : gearbeitet, 
geöffnet 

Slide 15 - Tekstslide

Onegelmatige werkwoorden - Partizip
Moet je gewoon leren

haben: gehabt
sein:  gewesen
werden: geworden 

Slide 16 - Tekstslide