Krachten

Mavo 2 natuurkunde krachten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mavo 2 natuurkunde krachten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen.
  • leren van verschillende krachten die we bij nask veel gebruiken.
  • een kracht tekenen als een pijl (= vector).
  • krachten en bewegen
  • voortstuwende krachten en tegenwerkende krachten
  • nettokracht

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al.
  • Voorwerpen vallen naar beneden.
  • Voorwerpen kunnen vervormen door een kracht.
  • De mens heeft spierkracht
  • De auto heeft een motor met motorkracht.
  • Als je wind tegen hebt moet je harder trappen op de fiets, dus de wind heeft windkracht.
  • Magneten trekken ijzer aan, dat is magneetkracht.

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende krachten
Om dingen te maken, om je te verplaatsen etc. zijn krachten nodig.
De kracht veroorzaakt de energie om iets te doen.

Slide 4 - Tekstslide

Noteer krachten die jij kent.

Slide 5 - Woordweb

Verschillende krachten
Verschillende voorbeelden van krachten zijn:
  • Zwaartekracht, gewicht, normaalkracht
  • Motorkracht, spierkracht
  • Trekkracht, veerkracht
  • Windkracht, 
  • Luchtweerstand, remkracht, wrijvingskracht

Slide 6 - Tekstslide

Vectortekenen
De krachten kunnen we tekenen als een pijl, dit noemen we een vector.
Er zijn drie dingen te zien aan de pijl.
  1. De richting (welke richting wijst de pijlpunt)
  2. De grootte (hoe langer de pijl (inclusief punt) des te groter is de kracht. We moeten dan rekenen met de krachtenschaal.)
  3. Het aangrijpingspunt (waar begint de kracht)

Slide 7 - Tekstslide

Vectortekenen
Maak een vectortekening van een kracht op het werkblad. Teken de vector met potlood en liniaal.
Werk precies en netjes.
Maak een vector van een kracht van 30 N.
De kracht werkt naar rechts en wordt gebruikt om het blokje naar rechts te verplaatsen.

Slide 8 - Tekstslide

Krachten en beweging
Krachten kunnen een bewegingsverandering veroorzaken.
Er zijn drie soorten bewegingen.

Slide 9 - Tekstslide

Welke drie soorten bewegingen heb je?

Slide 10 - Open vraag

Voortstuwende kracht
De voortstuwende krachten zijn de krachten die er voor zorgen dat een voorwerp vooruit gaan.
Voorbeelden zijn: motorkracht (auto, trein, vliegtuig, ...) spierkracht (lopen, rennen, fietsen, ...) zwaartekracht (alles wat valt)

Slide 11 - Tekstslide

Tegenwerkende kracht
Tegenwerkende krachten zijn krachten die er voor zorgen dat het voorwerp wordt tegengehouden. 
De tegenwerkende krachten werken altijd in de tegengestelde richting van de beweging.
Voorbeelden van tegenwerkende krachten zijn:
luchtweerstand, wrijving, rolwrijving (wrijving met wielen), remkracht.

Slide 12 - Tekstslide

Nettokracht
De nettokracht is het verschil tussen alle krachten vooruit en alle krachten achteruit.
Dus:
Netto kracht = voortstuwende kracht - tegenwerkende kracht.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Noteer de kracht uit het plaatje
A
zwaarte kracht
B
windkracht
C
magnetische kracht
D
motorkracht

Slide 15 - Quizvraag

Noteer de kracht uit het plaatje
A
spierkracht
B
windkracht
C
magnetische kracht
D
motorkracht

Slide 16 - Quizvraag

Noteer de kracht uit het plaatje
A
zwaarte kracht
B
windkracht
C
spierkracht
D
motorkracht

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het symbool voor de snelheid
A
s
B
a
C
v
D
t

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het symbool voor de afstand
A
s
B
a
C
v
D
t

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de eenheid van kracht
A
Newton
B
meter
C
meter per seconde
D
seconde

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de eenheid van snelheid
A
Newton
B
meter
C
meter per seconde
D
seconde

Slide 21 - Quizvraag