Les 3 - §4.3 Afstand,tijd-diagrammen (2a2 en 2A3)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Een F-16 straaljager vliegt ongeveer 650 m/s.
Hoeveel km/h is dat?

1. 181 km/h
2. 2340 km/h
3. 1235 km/h
4. 1000 km/h

Je fiets 28 minuten met een gemiddelde snelheid van 14 km/h. Welke afstand heb je afgelegd?

1. 5,0 km
2. 6,5 km
3. 7,0 km
4. 30 km

De topsnelheid van een formule 1 auto is 378 km/h.
Hoeveel m/s is dat?

1. 100 m/s
2. 1360 m/s
3. 105 m/s
4. 1853 m/s

Een F-16 straaljager vliegt ongeveer 650 m/s.
Hoeveel km/h is dat?

1. 181 km/h
2. 2340 km/h
3. 1235 km/h
4. 1000 km/h

v = 18 km/h =                        m/s

s = 800 m =                           km

t =                        h =                        s

64,8

5,0

8,0

0,8

0,044

0,44

160

0,0123

14,4

864

§4.3 afstand,tijd-diagram

Lesplanning:

1. Herhaling snelheid berekenen
2. Afronden opgaven §4.2 (15 min)
3. Uitleg afstand, tijd-diagram
4. Opgaven §4.3 maken (15 min)
5. Uitleg practicum 'Jouw snelheid' 
6. Kahoot snelheid

HW: §4.2 + §4.3 + werkplan practicum

2A1 di 24/1

§4.3 afstand,tijd-diagram

Aan het einde van deze les kan je ...

• rekenen met de formule v = s / t;
• met een afstand,tijd-diagram het verloop van de snelheid van een beweging beschrijven;
• met een stroboscopische foto een beweging beschrijven.

Het symbool 's' staat voor...

1. afstand
2. snelheid
3. tijd

Het symbool voor snelheid is ...

1. s
2. v
3. t

volgend schooljaar overslaan

v(m/s)=​t(s)​​s(m)​​

v(km/h)=​t(h)​​s(km)​​

de 

formule

v  de snelheid

s  de afstand

t   de tijd

volgend schooljaar overslaan

Je fietst met een gemiddelde snelheid van 15 km/h naar school. Hoeveel km heb je in 10 minuten afgelegd?

1. 1,5 km
2. 2,0 km
3. 2,5 km
4. 3,0 km

volgend schooljaar overslaan

Gegeven:

v = 15 km/h

t = 10 min

Gevraagd:

s = ... km

Oplossing:

• t = 10 min = 0,1667 h
  
  
• v = s / t
• 15 = s / 0,1667
• s = 15 * 0,1667 = 2,5km

Antwoord:

s = 2,5 km

De topsnelheid van een formule 1 auto is 378 km/h.
Hoeveel m/s is dat?

1. 100 m/s
2. 1360 m/s
3. 105 m/s
4. 1853 m/s

Een slechtvalk vliegt horizontaal met een snelheid van 140 km/h. Bereken hoe lang de valk doet over een afstand van 42 km.

1. 3 minuten
2. 4 minuten
3. 17 minuten
4. 18 minuten

Gegeven:

s = 42 km

v = 140 km/h

Gevraagd:

t = ... min

Oplossing:

• v = s / t
• 140 = 42 / t
• t = 42 / 140 = 0,3 h
• t = 0,3 * 60 = 18 minuten

Antwoord:

t = 18 min

Je fiets 28 minuten met een gemiddelde snelheid van 14 km/h. Welke afstand heb je afgelegd?

1. 5,0 km
2. 6,5 km
3. 7,0 km
4. 30 km

Gegeven:

t = 28 min

v = 14 km/h

Gevraagd:

s = ... km

Oplossing:

• t = 28 min = 0,4667 h
  
  
• v = s / t
• 14 = s / 0,4667
• s = 14 * 0,4667 = 6,53 km

Antwoord:

s = 6,5 km

v = 18 km/h =                        m/s

s = 800 m =                           km

t =                        h =                        s

64,8

5,0

8,0

0,8

0,044

0,44

160

0,0123

14,4

864

Aan de slag

Maken en nakijken in je schrift:

§4.2 opgave (14), 15, 17 t/m 22 en (27)

Klaar: ga verder met §4.3 opgave 28 t/m 32

§4.3 afstand,tijd-diagram

afstand,tijd-diagram

	t (s)	s (cm)
A	0	0
B	0,5	3
C	1,0	10
D	1,5	21
E	2,0	36
F	2,5	56

afstand,tijd-diagram

	t (s)	s (cm)
A	0	0
B	0,5	3
C	1,0	10
D	1,5	21
E	2,0	36
F	2,5	56

Versneld en eenparig

Versneld, vertraagd, eenparig

Aan de slag

Maken en nakijken in je schrift:

§4.2 opgave (14), 15, 17 t/m 22 en (27)
+

§4.3 opgave 28 t/m 32, 35, 36 en (37)

Noteer je berekeningen in je schrift. 

Kahoot 

bewegen natuurkunde klas 2HV

Eigen onderzoek

beweging

Je gaat onderzoeken wat de gemiddelde snelheid is van een zelf gekozen beweging.

Aan de hand van de opdracht (classroom) doornemen:

• duo is degene waar je naast zit volgens de plattegrond
• onderdelen verslag
• tijdpad

Meetnauwkeurigheid

Denk aan het zo nauwkeurig mogelijk meten bij het opstellen van de werkwijze.

afstand,tijd-diagram

Door op meerdere afstanden de tijd te meten kan je een nauwkeurigere afstand,tijd-diagram maken.

Dit is niet noodzakelijk om een voldoende te scoren.

Onderzoeksvraag + hypothese opstellen

Noteer deze direct in een docs bestand dat je de komende weken aan gaat vullen met de andere onderdelen van je verslag.

Kahoot 

bewegen natuurkunde klas 2HV

Een leerling is aan het hardlopen. Zijn doel is om binnen drie minuten 1,0 kilometer te rennen. De leerling rent 3,0 minuten lang met een snelheid van 18 km/h.
Bereken of de leerling zijn doel bereikt heeft.

Gegevens

Doel
t = 3,0 minuten
s = 1,0 km  

Poging
t = 3,0 minuten
v = 18 km/h 

Doel bereikt?  s = ?

Doel: