Ontdek de Seizoenen in Nederland

De seizoenen van Nederland
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

De seizoenen van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vier seizoenen heeft Nederland?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De lente begint op 21 maart
Bomen krijgen bladeren.
Bloemen gaan bloeien.
Lente

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zomer
Begint op 21 juni
Het is warm.
De dagen zijn lang.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herfst
Begint op 21 september
De bladeren verkleuren.
De bladeren vallen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winter
Begint op 21 december
Het is koud.
Soms valt er sneeuw.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende seizoenen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz: Seizoenen in Nederland
Test je kennis over de seizoenen in Nederland met deze quiz!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je in de herfst?
A
Surfen
B
Zonnebaden
C
Bladeren harken
D
Zwemmen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je in de zomer?
A
Picknicken
B
Snowboarden
C
Schaatsen
D
Skiën

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je in de winter?
A
Fietsen
B
Zwemmen
C
Schaatsen
D
Barbecueën

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk seizoen is het koudste in Nederland?
A
Lente
B
Herfst
C
Winter
D
Zomer

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleding draag je in de winter?
A
Regenjas en laarzen
B
Zonnehoed en zwembroek
C
T-shirt en korte broek
D
Winterjas en muts

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleding draag je in de herfst?
A
Trui en lange broek
B
Zonnebril en slippers
C
Zwemkleding
D
Sjaal en handschoenen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleding draag je in de zomer?
A
T-shirt en korte broek
B
Trui en lange broek
C
Winterjas en muts
D
Regenjas en laarzen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
somer
B
zoomer
C
zomer
D
zommer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
Herfst
B
Hefst
C
Hersft
D
Heerfst

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.