(2havo/vwo) H4 Made in Germany paragraaf 2

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H4 auto industrie, andere bedrijven + B178, B180
  • maken opdracht 1 t/m 11
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • de kenmerken van de Duitse (auto) industrie
  • de betekenis van agglomeratievoordelen
  • welke regionale economische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren
  • welke regionale demografische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H4 auto industrie, andere bedrijven + B178, B180
  • maken opdracht 1 t/m 11
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • de kenmerken van de Duitse (auto) industrie
  • de betekenis van agglomeratievoordelen
  • welke regionale economische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren
  • welke regionale demografische verschillen er zijn in Duitsland en hoe je die kunt verklaren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Welke Duitse autobedrijven kennen wij?

En waar staan zij om bekend?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hightech-industrie
Hooggeschoolde vakmensen
Aandacht voor onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technieken en producten

-> hoge kwaliteit
-> exportproduct
-> zorgt voor werkgelegenheid
-> agglomeratievoordelen in Duitsland

Slide 6 - Tekstslide

B180 Van arbeidsintensief -> kapitaalintensief
  • Vroeger veel werknemers nodig in fabriek
  • arbeidsintensief -> kapitaalintensief 
  • Het gebruik van dure machines in fabrieken
  • mechanisatie: menselijke arbeid vervangen door machines
  • automatisering: het vervangen van arbeid door (zelfdenkende) computers

Slide 7 - Tekstslide

B 178 productiemiddelen
  • Productiemiddel
  • Arbeid
  • Beroepsbevolking

  • Agglomeratie voordelen
  • Kapitaal
  • Natuur

Wat je nodig hebt om iets te maken: arbeid, kapitaal en natuur. Heet ook kapitaalgoed.
Betaald werk in de primaire, secundaire of tertaire industrie
mensen die betaald werk willen doen. meestal tussen de 15 en 75 jaar
Voordeel dat bedrijven hebben doordat ze vlak bij andere bedrijven gevestigd zijn.
alles wat nodig us voor de productie. Denk aan gebouwen, machines en voertuigen
onderdelen uit de natuurlijke omgeving die nodig zijn bij productie. zoals grondstoffen (hout) en delfstoffen (ijzererts)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Omzetten grondstoffen uit primaire sector

Slide 11 - Tekstslide

Tertiaire sector
Dienstverlening & handel

Slide 12 - Tekstslide

zware en lichte industrie
Zware industrie =                       Lichte industrie =

  • Veel grondstoffen                   - consumptiegoederen
  • grote machines                        - hightech
  • massagoederen                       - stukgoederen
  • verkoop aan fabrieken          - verkoop aan winkels
  • basisproducten                       - grote en kleine dingen
Zware industrie: grote fabrieken, grote schoorstenen en grote producten. Bijvoorbeeld staalfabrieken
Lichte industrie, consumptiegoederen, bv auto’s en telefoons maar ook een hightech-wc!

Slide 13 - Tekstslide

Regionale verschillen
  • Oosten: hoge werkloosheid   -> gevolg van verdeling

  • Ruhrgebied en Saarland: mijnbouw en zware industrie verdwenen, hoge werkloosheid

Slide 14 - Tekstslide

Regionale verschillen
  • Zuiden: sterkste gebied. Veel (auto) bedrijven en banken

  • Mindere gebieden: vernieuwing en modernisering

Slide 15 - Tekstslide

bevolkingsontwikkeling
Werkloosheid

Slide 16 - Tekstslide

Demografische krimp
Werkloosheid -> afname van de bevolking

Vertrekoverschot
(oude industrie & landbouw)

Vestigingsoverschot
(steden)

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 1 t/m 11

Slide 18 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 19 - Tekstslide

"Made in Germany" (gemaakt in Duitsland) staat voor
A
Productie voor de eigen markt
B
Goedkope producten
C
Goede kwaliteit
D
Lowtech

Slide 20 - Quizvraag

Hightechindustrie betekent
A
Industrie met veel vernieuwing
B
Industrie waar de nieuwste technologieën wordt gebruikt
C
Industrie waar de nieuwste onderdelen wordt gebruikt
D
Industrie waar de nieuwste technologieën en onderdelen wordt gebruikt

Slide 21 - Quizvraag