Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 1, week 2 Les 7 het gezegde
Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
1 / 23
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 1 - Quizvraag
Wat is het werkwoord in de zin?
Wij begrijpen de opdracht niet.
Slide 2 - Open vraag
"Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin."
De persoonsvorm =
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 4 - Quizvraag
PERSOONSVORM VINDEN
MIJN OMA BAKT KOEKJES.
STEL EEN VRAAG EN GEBRUIK ALLE WOORDEN UIT DE ZIJN.
BAKT
MIJN OMA KOEKJES?
HET WERKWOORD DAT NU VOORAAN STAAT IS DE PERSOONSVORM.
HET WERKWOORD DAT NU VOORAAN STAAT IS DE PERSOONSVORM
Slide 5 - Tekstslide
Persoonsvorm vinden
Je begint eerst met de persoonsvorm in een zin vinden. De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden.
Manier 1:
Vraagproef
Manier 2:
Getalproef -
Wanneer je de zin verandert van aantal, verandert de persoonsvorm mee.
Manier 3:
Tijdproef -
Zet de zin in een andere tijd en de persoonsvorm verandert dan ook.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is in deze zin de persoonsvorm?
Jonas wil een appel eten.
A
Jonas
B
wil
C
appel
D
eten
Slide 7 - Quizvraag
Wat is in deze zin de persoonsvorm?
Jonas wil een appel eten.
A
Jonas
B
wil
C
appel
D
eten
Slide 8 - Quizvraag
Jonas wil een appel eten.
Welk ander werkwoord zie je?
Slide 9 - Woordweb
Het gezegde
Het gezegde bestaat dus uit
alle werkwoorden
in de zin,
dus ook
de persoonsvorm.
Ik
heb
lekker
gegeten
met mijn moeder.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het gezegde?
A
Alle werkwoorden in de zin, ook de persoonsvorm
B
Alle zelfstandig naamwoorden in de zin
C
Alle lidwoorden in de zin
D
Alle woorden in de zin
Slide 13 - Quizvraag
Juf doet het voor
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het gezegde?
Slide 15 - Open vraag
Wat is het gezegde?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het gezegde?
Slide 17 - Open vraag
Wat is het gezegde?
Ik heb een pizza gegeten.
A
Ik
B
heb
C
een pizza
D
gegeten
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Ik fiets naar de supermarkt.
A
fiets
B
ik
C
naar
D
supermarkt
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Ik heb vandaag gelopen.
A
Ik
B
heb
C
gelopen
D
heb gelopen
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Ik ben naar de supermarkt gefietst.
A
ik
B
ben
C
gefietst
D
ben gefietst
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Slide 22 - Open vraag
AAN HET WERK
Thema 1, week 2, Les 7
OPDRACHT 2
OPDRACHT 3
PLUSSEN
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
06. Thema 1, week 2 Les 7 het werkwoordelijk gezegde
Augustus 2021
- Les met
29 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Zinsontleding persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijd vw, meew vw
November 2022
- Les met
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Zinsontleding persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijd vw, meew vw
November 2022
- Les met
23 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Zinsontleding persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijd vw, meew vw
November 2023
- Les met
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
BJ P2 lesweek 4 herhaling Gram2
April 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Zinsontleding persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijd vw, meew vw
Februari 2024
- Les met
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mei 2022
- Les met
44 slides
Taal
Primary Education
Zinsdelen en zinsopbouw
Januari 2022
- Les met
25 slides
door
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas