les 3 prinsentuin van cooth

les 3
macronutriënten en micronutriënten 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 3
macronutriënten en micronutriënten 

Slide 1 - Tekstslide

energie ( kJ/ kcal)
  • energie staat voor het aantal calorieën er in het product zitten 
  • het aantal energie in het product wordt bepaald door het aantal calorieën in er in de voedingsstoffen zit 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

onverzadigd vet
  • gezond 
  • vloeibaar op kamer temperatuur 
  • verlaagt het LDL- cholesterol in het bloed 
  •  olien, vis en zaden en noten 
  • 25- 33 gram per dag 

Slide 4 - Tekstslide

verzadigd vet 
  • ongezond
  • verhoogd het LDL- cholesterol in het bloed 
  • vast op kamer temperatuur 
  • boter, koek, chips en dierlijke producten 
  • 22- 28 gram per dag 

Slide 5 - Tekstslide

koolhydraten
  • brandstof voor ons lichaam 
  • zetmeel, suikers en vezels 
  • van koolhydraat naar enkelvoudige suikers naar glucose 
  • 40 tot 70% van energie uit koolhydraten te halen 
  • fruit, brood, rijst en pasta 

Slide 6 - Tekstslide

suikers ( sacharose) 
  • brandstof 
  • wordt omgezet in glucose voor energie 
  • uit de wortel van  suikerbieten 
  • natuurlijke suikers of vrije suikers
  • suikers verhogen de kans op overgewicht 

Slide 7 - Tekstslide

vezels
  • gezond
  • helpen bij een goede spijsvertering, verzadigd gevoel en het verminderen van de kans op hart en vaatziekten. 
  • 25 tot 30 gr per dag 
  • graanproducten, fruit, peulvruchten en noten 

Slide 8 - Tekstslide

        eiwitten 
  • bouwstof 
  • helpt de spieren herstellen na een workout  
  • bestaat uit aminozuren 
  • 0,83 gr per lichaamsgewicht per dag 
  • brood, dierlijke producten en noten en zaden. 

Slide 9 - Tekstslide

zout
  • teveel zout kan leidden tot een hoge bloeddruk dit vergroot de kans op hart en vaatziekten 
  •  het regelt de vochtbalans in het lichaam en het is nodig voor een goeie werking van spier en zenuwcellen 
  • 6 gram per dag 

Slide 10 - Tekstslide

welke soorten koolhydraten zijn er ?
A
suikers , zetmeel , vezels
B
zetmeel, suikers, fruit
C
glucose, zetmeel, vezels
D
glucose, suikers, fruit

Slide 11 - Quizvraag

hoeveel kcal bevat een koolhydraat
A
7 kcal
B
4 kcal
C
6 kcal
D
5 kcal

Slide 12 - Quizvraag

welke soort vet is gezond
A
onverzadigd vet
B
verzadigd vet

Slide 13 - Quizvraag

wat voor stof is vet voor ons lichaam
A
brandstof
B
bouwstof
C
beschermende stof
D
brandstof en bouwstof

Slide 14 - Quizvraag

is zout goed voor ons lichaam
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

wat is het positieve effect van zout?
A
verlaagt de bloeddruk
B
het regelt de vochtbalans in ons lichaam
C
verminderd de kans op hart en vaatziekten

Slide 16 - Quizvraag

waar zijn eiwitten goed voor?
A
herstel van spieren
B
geeft ons lichaam energie
C
verlaagt de bloeddruk
D
houdt de lichaamstemperatuur constant gelijk

Slide 17 - Quizvraag

hoeveel gram vezels wordt er aangeraden per dag te eten
A
26 tot 30 gram per dag
B
30 tot 35 gram per dag
C
25 tot 30 gram per dag
D
35 tot 40 gram per dag

Slide 18 - Quizvraag

hoeveel gram eiwitten moet je per innemen
A
0,85 gr per lichaamsgewicht
B
0,58 gr per lichaamsgewicht
C
0,38 gr per lichaamsgewicht
D
0,83 gr per lichaamsgewicht

Slide 19 - Quizvraag

wat zijn de goede suikers
A
vrije suikers
B
natuurlijke suikers

Slide 20 - Quizvraag

waar zorgen vezels voor
A
energie voor het lichaam
B
herstel van de spieren
C
een verzadigd gevoel
D
het verhogen op hart en vaatziekten

Slide 21 - Quizvraag

welke vet soort is vast op kamertemperatuur?
A
onverzadigde vetten
B
verzadigde vetten

Slide 22 - Quizvraag

welk product bevat het meeste gram eiwitten
A
kaas
B
kipfilet
C
boterhamworst
D
kalkoenfilet

Slide 23 - Quizvraag

welk brood bevat het meest aantal vezels
A
wit brood
B
meergranen brood
C
speltbrood
D
volkoren brood

Slide 24 - Quizvraag

wat vonden jullie van de lesson up?

Slide 25 - Open vraag