Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling hoofdstuk 1 en 2 lezen
Herhalen hoofdstuk 1 en 2 begrijpend lezen
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herhalen hoofdstuk 1 en 2 begrijpend lezen
Slide 1 - Tekstslide
Algemene opdrachten
De komende zes vragen moet iedereen maken. Daarna kies je of de basis, extra oefeningen of uitdagende vragen gaat maken:
Let op:
meer dan 3 fout = de basisvragen maken.
2 fout = de extra oefeningen maken
1 of geen fout = de uitdagende vragen maken
Slide 2 - Tekstslide
Tekst 1:
De volgende zes vragen gaan over tekst 1.
Afscheid van de Disneyprinses
Klik op de plaatjes om de tekst te lezen.
Slide 3 - Tekstslide
Waar gaat de tekst over?
A
Disneyfilms die gebaseerd zijn op de sprookjes van Grimm
B
het einde van de klassieke tekenfilms van Disney
C
Rapunzel, een moderne sprookjesfilm van Disney
D
Verkeerde berichtgeving over de sprookjesfilms van Disney
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'berucht' (alinea 3)
A
kasteel/ paleis
B
ingewikkeld
C
slecht bekend
D
goed bekend
Slide 5 - Quizvraag
Het middenstuk van de tekst kan in drie opeenvolgende delen worden verdeeld. Boven deze drie delen passen achtereenvolgens de kopjes:
deel 1: 3D-film Rapunzel
deel 2: Liefde? Avontuur!
deel 3: Boef in plaats van held
Bij welke alinea begint deel 1: 3D-film Rapunzel?
A
alinea 2
B
alinea 3
C
alinea 4
D
alinea 5
Slide 6 - Quizvraag
Het eerste voorbeeld van zo’n film van deze tijd is Rapunzel.’ (al. 1)
Leg uit wat de schrijver met ‘zo’n film van deze tijd’ bedoelt.
Slide 7 - Open vraag
Welke drie verschillen zijn er tussen klassieke en moderne Disneyprinsessen? Baseer je antwoord op de alinea’s 4 t/m 7.
Slide 8 - Open vraag
Rapunzel zoekt het avontuur juist op… (al. 4)
A
Omdat een dappere prins haar dan kan helpen.
B
Omdat ze benieuwd is naar de wereld buiten het paleis.
C
Omdat ze iets anders wil dan trouwen.
D
Omdat ze zélf iets wil meemaken.
Slide 9 - Quizvraag
Basisvragen.
Voor de basisvragen heb je de volgende tekst nodig:
Rol in musical door 'bakje yoghurt'
Klik op de plaatjes om de tekst te openen.
Slide 10 - Tekstslide
Waar gaat de tekst over?
A
een rol in de musical Joseph
B
de musical Joseph
C
een bakje yoghurt bij de musical
Slide 11 - Quizvraag
In welke alinea wordt de titel van de tekst uitgelegd?
Slide 12 - Open vraag
Wat betekent het woord 'acteert' (alinea 1)
A
slecht
B
speelt toneel
C
dramatisch
D
speelt een spel
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord past het beste bij alinea 2 en 3?
Slide 14 - Open vraag
‘De productiemaatschappij heeft massa’s kinderen nodig.’ (al. 2)
Waardoor zijn er zo veel verschillende kinderen nodig voor één musical? Noem twee oorzaken.
Slide 15 - Open vraag
Welk tussenkopje past goed boven alinea 6 en 7 samen?
A
school
B
beroemd
C
populair
Slide 16 - Quizvraag
Wat bedoelt Quinty’s vader als hij zegt: ‘Voor haar tien anderen’ (al. 5)?
A
Ze werkt samen met minstens tien andere spelers.
B
Ze kunnen voor haar zo iemand anders krijgen.
C
Ze werkt samen met tien spelers die op haar lijken.
D
Ze speelt in haar eentje de rol van tien anderen.
Slide 17 - Quizvraag
Extra oefening
Voor de extra oefening vragen heb je de volgende tekst nodig:
Eén dag museumstuk
Klik op de plaatjes om de tekst te lezen.
Slide 18 - Tekstslide
Waar gaat de tekst over?
Slide 19 - Open vraag
De tekst kan na de inleiding in drie opeenvolgende delen worden verdeeld.
Boven deze drie delen passen achtereenvolgens de kopjes:
deel 1: Ontwerp
deel 2: Museumverblijf
deel 3: Afwikkeling
Slide 20 - Tekstslide
Bij welke alinea begint deel 1?
Slide 21 - Open vraag
Bij welke alinea begint deel 2?
Slide 22 - Open vraag
Bij welke alinea begint deel 3?
Slide 23 - Open vraag
Wat betekent 'in toom houden' (al. 6)
A
Afzetten
B
iemand in bedwang houden
C
Onder controle houden
D
neerzetten
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een ‘kwajongensstreek’? (al. 1)
Slide 25 - Open vraag
‘Daarom bedacht ik het idee om “Gerrit” bij het Stedelijk Museum te exposeren.’ (al. 2)
Wat was precies het doel van Koens actie met ‘Gerrit’?
Slide 26 - Open vraag
Was Koen nerveus bij zijn actie? Licht je antwoord toe.
Slide 27 - Open vraag
Denkt Marie-José Raven van het Stedelijk Museum positief of negatief over Koen? (al. 7) Licht je antwoord toe.
Slide 28 - Open vraag
Uitdagende vragen
Voor de extra oefening vragen heb je de volgende tekst nodig:
Suske en Wiske, wordt vervolgd
Klik op de plaatjes om de tekst te lezen.
Slide 29 - Tekstslide
Waar gaat de tekst over?
Slide 30 - Open vraag
Het middenstuk van de tekst kan in vier opeenvolgende delen worden verdeeld.
Boven deze vier delen passen achtereenvolgens de kopjes:
- deel 1: Nieuwe verhalen, nieuw publiek
- deel 2: Onsterfelijk
- deel 3: ‘Dode’ held
- deel 4: Minder lezers
Slide 31 - Tekstslide
Bij welke alinea begint deel 1?
Slide 32 - Open vraag
Bij welke alinea begint deel 3?
Slide 33 - Open vraag
Bij welke alinea begint deel 4?
Slide 34 - Open vraag
Wat betekent 'respectabel' (al. 1)?
A
eerbiedwaardige/ indrukwekkende
B
weerzinwekkend
C
verbazingwekkend
D
Geweldige/ fantastische
Slide 35 - Quizvraag
In alinea 1 wordt gezegd dat Suske en Wiske ‘hoogbejaard’ zijn, maar ook staat er: ‘ouder werden ze niet’.
Hoe kan dat?
Slide 36 - Open vraag
Hans Matla denkt dat nieuwe avonturen van Suske en Wiske ook nu nog wel gelezen zullen worden, omdat … (al. 2)
A
de albums die tegenwoordig uitkomen, er heel luxe uitzien
B
er albums gemaakt kunnen worden over China en de Olympische spelen
C
er altijd wel weer actuele onderwerpen te bedenken zijn
D
Suske en Wiske wel ouder zijn geworden, maar niet echt veranderen .
Slide 37 - Quizvraag
Waarom wilde Willy Vandersteen dat Suske en Wiske na zijn dood zouden doorgaan? (al. 4)
Slide 38 - Open vraag
‘Suske en Wiske bevinden zich overigens in goed gezelschap.’ (al. 6)
Wat bedoelt de auteur met ‘goed gezelschap’?
Slide 39 - Open vraag
Welk woord uit de tekst betekent hetzelfde als ‘geestelijk vader’? (al.7)
A
eigenaar (al. 3)
B
opvolger (al.5)
C
schepper (al.4)
D
verzamelaar (al.3)
Slide 40 - Quizvraag
Welke zin geeft het belangrijkste van de tekst het beste weer?
A
Hoewel striphelden en -boeken blijven bestaan, neemt het lezerspubliek van strips af.
B
Net als veel andere grote striphelden hebben Suske en Wiske hun bedenker overleefd.
C
Stripliefhebber Hans Matla heeft een verzameling van wel 70.000 stripboeken.
D
Van alle Suske -en-Wiskealbums zijn die van Willy Vandersteen het mooist.
Slide 41 - Quizvraag
Deze vraag is voor iedereen:
Welk niveau heb je gemaakt? hoeveel had je er fout/ goed?
Slide 42 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
MHV1 Herh. paragraaf Lezen Hfd 1, 2 NN6
Januari 2022
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Lezen H2 deelonderwerpen
Oktober 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Thema bewaren les 3
Maart 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
NN6 V1 H123 oefenen met lezen TW2 WEEK 1, les 2
December 2020
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
GOTD Suske & Wiske
Maart 2021
- Les met
13 slides
Wereldoriëntatie
Basisschool
Groep 8
V6 leesvaardigheid oefenen
Januari 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
V5 leesvaardigheid oefenen
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2018-1
December 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5