miniles TG03

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

WELKOM bij de miniles TG03

van Martine Hagedoorn

Debiteuren en Crediteuren

De balans; activa en passiva

Lesdoel: 

Aan het eind van deze les...... 

• Kunnen jullie uitleggen wat debiteuren en crediteuren zijn en wat de verschillen zijn.
• Kunnen jullie opnoemen wat er op een balans staat. 
  

Wat weten jullie al over debiteuren en crediteuren?

debiteuren/crediteuren

Debiteuren:

• Jouw klanten (afnemers van jouw producten of diensten)
• Jij hebt een vordering op jouw debiteuren

• Staan aan de debetzijde (linkerzijde) van de balans

• Het gaat om vlottende activa (activazijde van de balans)

Crediteuren:

• Jouw leveranciers (van producten of diensten)
• Jij hebt een schuld ten opzichte van jouw crediteuren
• Staan aan de creditzijde (rechterzijde) van de balans
• Het gaat om vreemd vermogen op korte termijn (passivazijde van de balans)

Ezelsbruggetje verschil debiteuren en crediteuren:

Crediteuren = rennen van jouw schulden

Debiteuren = eisen van je geld

Wat is geen verschil tussen debiteuren en crediteuren?

(Let op! schrijf het cijfer op dat achter jouw antwoord staat, dit vormt aan het eind van de les een code.)

1. De kant waarop ze te vinden zijn op de balans. 1
2. Je hebt een vordering op debiteuren en een schuld bij crediteuren. 5
3. Van crediteuren heb je geld tegoed en debiteuren ben je geld verschuldigd. 2
4. Bij debiteuren gaat het om activa en bij crediteuren gaat het om passiva. 3

Debiteuren zijn:

(Schrijf de code achter het juiste antwoord weer op!)

1. Klanten die al wel hebben gekocht maar nog niet hebben betaald 1
2. Klanten die al hebben gekocht en hebben betaald 3
3. De betaalmiddelen van een onderneming 7
4. Leveranciers waar jij hebt ingekocht 5

Wat weten jullie al over de balans?

balans

De balans = activa en passiva

• Activa (linkerzijde op de balans = debetzijde): alle bezittingen van een onderneming.

• Passiva (rechterzijde op de balans = creditzijde): het vreemd vermogen (schulden) en het eigen vermogen.

• De debetzijde en de creditzijde moeten gelijk zijn, dus 'in balans zijn'

Activa = Bezittingen 

• Bezittingen staan op de debetzijde (links), ook wel activa genoemd. (bedrijfsmiddelen).
• Vaste activa --> bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan.
•            Voorbeelden: Gebouwen, machines, transportmiddelen, inventaris. 
• Vlottende activa --> Bezittingen tot 1 jaar.
•            Voorbeelden: voorraad goederen, debiteuren, te vorderen btw.
• Liquide middelen--> Geldmiddelen die direct beschikbaar zijn.
•             Voorbeelden: kasgeld en bank.

Passiva = Schulden

• Schulden staan op de creditzijde (rechts), ook wel passiva genoemd.
• Lang vreemd vermogen  --> Schulden langer dan 1 jaar.
•        Voorbeelden: Hypotheek, overige leningen
• Kort vreemd vermogen  --> Schulden tot 1 jaar.
•        Voorbeelden: Crediteuren, te betalen belasting

Een bedrijfsauto valt op de balans onder:

(Denk aan de code achter het juiste antwoord!)

1. vaste activa 0
2. vlottende activa 2
3. lang vreemd vermogen 5
4. kort vreemd vermogen 7

Inventaris valt onder:

(denk aan de code!)

1. Vaste activa 8
2. Vlottende activa 5
3. Kort vreemd vermogen 1
4. Lang vreemd vermogen 3

Plaats de begrippen bij de Activa of bij de Passiva op de balans

Activa

Passiva

Bedrijfspand

Hypotheek

Auto

Voorraad

Banksaldo

Aan de slag:

Maken: Zet de onderdelen op de juiste plek op de balans.

Jullie krijgen hier 3 minuten voor, op de volgende dia kunnen jullie het saldo van de balans invoeren.

Wat is het saldo op de balans?

Ik kan de begrippen debiteuren en crediteuren omschrijven en kan uitleggen wat er op een balans komt te staan.

😒🙁😐🙂😃

Zijn er vragen?

• 2108

Code gekraakt?

Einde miniles debiteuren, crediteuren en balans