Huis huren, of kopen H 6.1+6.2 B1

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Hoe voelen jullie je?

Wat gaan we vandaag doen?

• Terugblikken: wederkerend voornaamwoord
• Hoofdstuk 6.1 en 6.2 over een huis zoeken,huren of kopen
• Luistertekst + vragen
• Leestekst + vragen
  

Lesdoelen. Na deze les.........

• Kunnen jullie het wederkerend voornaamwoord vloeiend gebruiken.
• Hebben we de verschillen tussen het huren of kopen van een huis besproken.
  
• Kunnen jullie de indeling van verschillende woningen omschrijven en de voor-en nadelen benoemen.
• Hebben we de blauwe woorden besproken.
  

Maak een zin met een wederkerend voornaamwoord

ons huis in Heemse

vrijstaande woning

5 slaapkamers

badkamer (douche+bad+WC)

keuken

woonkamer

zolder en garage

grote tuin: siertuin+moestuin

Hoe zag jullie huis er uit?

• eigen huis of huur huis
• flat, in een rij (=rijtjeshuis), vrijstaand
• hoeveel slaapkamers
• badkamer, keuken, zolder, kelder
• tuin
  
• in stad of dorp
  

Luistertekst 6.1

Lees de vragen van opdr.4 op blz. 143

Luister opnieuw naar tekst 6.1 en bedenk dat je de vragen straks moet kunnen beantwoorden!

'Gericht luisteren' dus!

Maak een zin met de woorden:
huren - appartement

Maak een zin met de woorden:
huis - bank

Maak een zin met de woorden:
inrichten - huis

Maak een zin met de woorden:
sparen - koophuis

Lees opdr. 13 op blz 145

• Lees de vragen van opdr. 15.
• Lees opdr. 13 opnieuw met de vragen in je achterhoofd 'gericht lezen' dus!
  
• We bespreken de antwoorden van opdr. 15
• Hebben jullie vragen over de  blauwe woorden, of over andere woorden in de tekst?
  

Bespreek samen

Wat voor soort huizen zijn dit?

Noem 2 voor- en 2 nadelen

Hoe zien ze er van binnen uit?

  (hoeveel slaapkamers, etc.)

Zijn het huur-of koophuizen

Zou je hier willen wonen?

Waarom wel/niet?

Wat heb je geleerd?

Dit waren de lesdoelen. Na deze les.....

• Kunnen jullie het wederkerend voornaamwoord vloeiend gebruiken.
• Hebben we de verschillen tussen het huren of kopen van een huis besproken.
  
• Kunnen jullie de indeling van verschillende woningen omschrijven en de voor-en nadelen benoemen.
• Hebben we de blauwe woorden besproken.
  

Hoe vonden jullie deze les?

• Wat ging goed?

• wat ging minder goed?
  
• Wat kan ik een volgende keer beter anders doen?

Dankjewel en tot de volgende keer!