In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Thema 11 Planten
Bouw, groei en ontwikkeling
Transport
Slide 1 - Tekstslide
Wat vormt de buitenzijde van een plant en beschermt tegen waterverlies en infecties?
A
Vaatweefsel
B
Dekweefsel
C
Vulweefsel
D
Grondweefsel
Slide 2 - Quizvraag
Jasper wil een plant uit de tuin verplaatsen. Hij heeft daarom de plant hard uit de aarde getrokken. Hij heeft de plant een nieuw plekje in de tuin gegeven, maar bladeren hangen nu toch wat slap. Welk onderdeel van de wortels is bij het uittrekken waarschijnlijk beschadigd?
A
De wortelhaartjes
B
De bastvaten
C
De wortelmutsjes
D
Het vulweefsel
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de functie van het cambium?
A
transport van water en mineralen
B
dat is opvulweefsel
C
celdeling doen om nieuwe hout- en bastvaten te maken
D
beschermen van de hout- en bastvaten tegen indrukken
Slide 4 - Quizvraag
Bij een tomaat die aan het rijpen is verandert de kleur van groen naar rood. Welke verandering heeft er plaats gevonden in de plastiden?
A
chromoplast -> chloroplast
B
chromoplast -> leukoplast
C
chloroplast -> chromoplast
D
chloroplast -> leukoplast
Slide 5 - Quizvraag
Welke vaten zijn verantwoordelijk voor de anorganische sapstroom?
A
bastvaten
B
houtvaten
Slide 6 - Quizvraag
Welk deel van het plaatje bestaat uit houtvaten?
A
Q
B
R
C
S
Slide 7 - Quizvraag
In de zomer is de diameter van de houtvaten
A
groter dan die van de houtvaten in het voorjaar
B
kleiner dan die van de houtvaten in het voorjaar
C
gelijk aan die van de houtvaten in het voorjaar
Slide 8 - Quizvraag
Het transport van water stopt als de boom zijn bladeren laat vallen. Welke kracht valt weg door het ontbreken van de bladeren?
A
capillaire werking
B
worteldruk
C
zuigkracht
D
aantrekkingskracht
Slide 9 - Quizvraag
De osmotische waarde van het bastvat bij de sink is hoog/laag, hierdoor gaat water het bastvat in/uit
A
hoog en in
B
hoog en uit
C
laag en in
D
laag en uit
Slide 10 - Quizvraag
Waaruit bestaat de waterpotentiaal (Ψ)?
A
De osmotische potentiaal en de worteldruk
B
De drukpotentiaal en de capillaire werking
C
De drukpotentiaal en verdamping
D
De osmotische potentiaal en de drukpotentiaal
Slide 11 - Quizvraag
Waar in de plant is het waterpotentiaal (Ψ) het hoogst?
A
In de bladeren
B
In de houtvaten van de stengel
C
In de houtvaten van de wortel
Slide 12 - Quizvraag
Hoe maakt de ligging van de transportvaten het voor een holle boom mogelijk om te overleven?
Slide 13 - Open vraag
Verklaar waarom worteldruk energie kost
Slide 14 - Open vraag
In de bastvaten is de richting van de sapstroom afhankelijk van de plaats waar de suikers nodig zijn. Noem een situatie waarbij de sapstroom omhoog gaat en een waarbij deze omlaag gaat.