Quantifiers

Today
Listening activity
Grammar E chapter 4
Presentation 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Today
Listening activity
Grammar E chapter 4
Presentation 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Listening activity 
The Art of Conversation
  1. What is a chinwag?
  2.  How long did the record-breaking telephone conversation last?
  3. What happens when something is enriched?
  4. What is the difference between ‘listening simply to reply’, and ‘listening to understand’?
  5. What is a tittle-tattle?
  6. What happens when you talk over someone? 

Slide 2 - Tekstslide

(5 min total) 1 min
What is a chinwag?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

How long did the record-breaking telephone conversation last?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What happens when something is enriched?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the difference between ‘listening simply to reply’, and
‘listening to understand’

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What is a tittle-tattle?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What happens when you talk over someone?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Both, each, all, every, none
Quantifiers

ch4

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar
Both, either, neither, all, each, every, none


Twee personen, dieren of dingen
both, either, neither
Twee of meer personen, dieren of dingen
each
Drie of meer personen, dieren of dingen
all, every, none
Nadruk op individuele dingen
each
Nadruk op het geheel
every

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Both (beide)                                          meervoud
Either (elk van beide)                        enkelvoud      
Neither (geen van beide)                 enkelvoud
Gebruik: Bij twee personen, dieren of dingen
Both elements have to be included.
Both, either, neither, all, each, every, none
They can pick either story.
Neither watch is for sale.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Each (elke)                       enkelvoud

Gebruik: Twee of meer personen, dieren of dingen
He has a small tattoo on each arm.
Both, either, neither, all, each, every, none
Each year fewer cars are stolen in Britain.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

All (alle)
Every (iedere/elke)      
None (geen/niet een) 
Gebruik: Meerdere personen, dieren of dingen
All the children in my class are from the same city.
Both, either, neither, all, each, every, none
None of the dogs in the animal shelter looked really cuddly.
He knows every song on this record.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op! Vaak kun je zowel each als every gebruiken.

Every student was allowed to come tot he school dance.
Both, either, neither, all, each, every, none
Each bedroom has a separate bathroom.
Each                       individuele dingen

Every                      nadruk op het geheel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'both' in het Nederlands?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

She has seen ... show in which her daughter starred.
A
both
B
each
C
every
D
all

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... watches belong to Henry.
A
Both
B
Each
C
Neither
D
None

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We can go to ... restaurant. I don't mind.
A
neither
B
both
C
either
D
all

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I was ... tired and hungry when I arrived home.
A
all
B
each
C
neither
D
both

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I have two cars, but ... is big enough. That will never fit!
A
either
B
neither
C
both
D
every

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My mother reads ... of her children a book before they go to bed.
A
both
B
each
C
all
D
none

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Now 
Slim Stampen grammar 9,10 
or
Work on your speaking test 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do I understand the difference between both, either, neither, all, each, every and none?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

           Quizizz
Both, either, neither, all, each, every, none

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies