Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammar 10 - Quantifiers
Grammar 10 - Quantifiers
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammar 10 - Quantifiers
Slide 1 - Tekstslide
Both
(beide) meervoud
Either
(één van beide) enkelvoud
Neither
(geen van beide) enkelvoud
Gebruik:
Bij twee personen, dieren of dingen
Both
elements have to be included.
Both, either, neither
They can pick
either
story.
Neither
watch is for sale.
Slide 2 - Tekstslide
Each
(elke) enkelvoud
Gebruik:
benadrukken individuele leden van een groep
Each
student in the class took turns to read.
Each
Each
balloon is of a different colour.
Slide 3 - Tekstslide
All
(alle) > meervoud
Every
(iedere/elke) > enkelvoud
All
the children in my class are from the same city.
All & Every
He knows
every
song on this record.
Slide 4 - Tekstslide
Let op!
Vaak kun je zowel
each
als
every
gebruiken.
Every
student was allowed to come tot he school dance.
Each vs. Every
Each
bedroom has a separate bathroom.
Each
individuele dingen
Every
nadruk op het geheel
Slide 5 - Tekstslide
Don't worry, _______ of these foods contain nuts
(both, either, neither, all, each, every, none)
Slide 6 - Open vraag
___________ of us went to the concert. We were too tired
(both, either, neither, all, each, every, none)
Slide 7 - Open vraag
It's delicious, but I can't possibly eat _______ of it.
(both, either, neither, all, each, every, none)
Slide 8 - Open vraag
______ of my hands got dirty while working in the garden.
(both, either, neither, all, each, every, none)
Slide 9 - Open vraag
Which one would you like? _______ looks fine
(both, either, neither, all, each, every, none)
Slide 10 - Open vraag
Grammar 10
Both = beide --> both cars belong to Jim
Either = elke van beide --> you can choose either watch
Neither = geen van beide --> neither bike is for sale
Gebruiken bij 2 personen, dieren of dingen
Slide 11 - Tekstslide
Grammar 10
All = alle --> None of the prisoners escaped
Each = elk --> Each year, fewer cars are stolen
Every = iedere --> Neil plays the piano every day
None = geen --> They questioned all of the employees
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Chapter 4 - week 11
Maart 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Chapter 4 - week 11
Maart 2023
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Chapter 4 - week 14
Maart 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Quantifiers
Juni 2024
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Quantifiers
Februari 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Chapter 4, Quantifiers; Both, either, neither, all, each, every, none
Juni 2023
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 3.9
Maart 2019
- Les met
10 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Quantifiers II both, all, each, every, none, either, neither vh3/th3 26-2-2024
Februari 2024
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3