Oefenen leerstof arm en rijk

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Arm en rijk

De formele sector = alles wordt opgegeven bij de belastingdienst.

1. goed
2. fout

Wat hoort niet bij de formele sector

1. Je betaalt belasting
2. zwart werk
3. hogere lonen
4. beschermende wetten

Als je in de formele sector werkt, dan.....

1. Ben je schoenpoetser
2. Werk je niet-officeel
3. Betaal je belasting
4. Geen van allen

In perifere landen zijn er verhoudingsgewijs meer mensen werkzaam in de formele sector

1. ja
2. nee

Een ander woord voor scharreleconomie is:

1. Formele sector
2. Primaire sector
3. Tertiaire sector
4. Informele sector

De primaire sector is..?

1. De industrie
2. Dienstensector
3. Landbouwsector
4. Sector voor onderwijs

Een voorbeeld van een beroep in de secundaire sector is

1. Bloembollenteler
2. Bloemist
3. Verpakken van bloembollen in een fabriek

Wat was de oorzaak van deze afname in primaire sector?

1. De oogst mislukte
2. Minder mensen die konden werken
3. Mechanisering in de landbouw
4. Nederland werd rijker

Stelling: een kapper werkt in de tertaire sector en een boer in de secundaire sector

1. waar
2. niet waar

Industrie is een onderdeel van de secundaire sector.

1. juist
2. onjuist

Wat is de secundaire sector?

1. Industrie
2. Diensten
3. Landbouw
4. Commerciële dienstverlening

Armoedegrens

1. Het aantal salaris dat je verdient.
2. Grens waarbij je bepaalt wie arm is.
3. Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen leven.
4. analfabetisme

De tertiaire sector is..?

1. Industriesector
2. Dienstensector
3. Landbouwsector
4. Sector voor onderwijs

Als weinig mensen kunnen lezen en schrijven is de alfabetiseringsgraad....

1. Hoog
2. Laag

De alfabetiseringsgraad in Nederland is ...

1. Hoog
2. Laag

Twee beweringen:
1. Wereldwijd zijn vrouwen vaak lager opgeleid dan mannen
2. Goed onderwijs zorgt voor een verlaging van de alfabetiseringsgraad

1. Beide beweringen zijn juist
2. Beide beweringen zijn onjuist
3. Bewering 1 is juist, 2 onjuist
4. Bewering 2 is juist, 1 onjuist

Door de levensverwachting, de koopkracht en de alfabetiseringsgraad te meten, meet je

1. Welzijn
2. Welvaart

"In dit land kan 30% lezen en schrijven."
Dat betekent dus...

1. Een hoge alfabetiseringsgraad
2. Een lage alfabetiseringsgraad

Koopkracht:

1. Hoeveel geld je hebt
2. De hoeveelheid producten die je kunt kopen voor 1 dollar/euro
3. Hoeveel spaargeld je hebt

Wat is een beroep uit de informele sector?

1. winkelverkoper
2. computerdeskundige
3. schoenpoetser
4. dokter

Wat is de informele sector?

1. piloten
2. bedrijf met veel vestigingen
3. onofficiële werkzaamheden
4. ict-werkers

Door een toenemende welvaart .......de wereldhandel.

1. stijgt
2. daalt

Hoe bereken je welvaart?

1. Het aantal inwoners : het welzijn
2. Het gemiddelde inkomen : het aantal inwoners van een land
3. Hoeveelheid geld in een land verdiend wordt : aantal inwoners
4. De oppervlakte van een gebied : het inkomen van mensen

De welvaart in dit land is...

1. Afgenomen
2. Gelijk gebleven
3. Toegenomen

Welvaart is:

1. Inkomen
2. Macht
3. Geluk

Wat is geen meetinstrument voor welzijn?

1. Levensverwachting
2. Alfabetiseringsgraad
3. Koopkracht
4. Het bnp

Hoe gezonder mensen zijn, hoe ... hun welzijn

1. Hoger
2. Lager

Wat hoort niet bij welzijn?

1. Onderwijs
2. Gezondheidszorg
3. Aantal auto's per 1000 inwoners
4. Levensverwachting

Wat zijn lagelonenlanden?

1. Nederland, Amerika, Frankrijk
2. België, India, Brazilië
3. India, Bangladesh, China
4. Pakistan, Rusland, Zuid-Afrika