1/ Ouvre ton livre pages 16 et 17.
2/ Fais les exercices 8A, 8B - A et 8B - B
Je mag het boek pagina's 150 t/m 158 gebruiken als nog nodig.
Stap 1: welke hulpwerkwoord? être of avoir ? Zie de bijlage
Stap 2: vervoeg het hulpwerkwoord in de tegenwoordige tijd (présent)
Stap 3: Wat is de vorm van het voltooid deelwoord? é? i? u? uitzondering?
Pas op! exercice 8B - A, zin 8: c'est l'imparfait ! Weet jij dat nog...?