De stappen:
1. Zorg dat het doel aansluit bij wat ze (bijna) kunnen (ken de beginsituatie),
2. Wees duidelijk in wat ze gaan doen,
3. Observeer hoe ze aan het werk gaan en of er bijzonderheden zijn,
4. Reflecteer na de activiteit of er dingen zijn die je de volgende keer anders zou doen.
5. Kijk of je doel is behaald.