4.1 + 4.2 ( herhalingsles)

4.1 + 4.2 ( herhalingsles)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 + 4.2 ( herhalingsles)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeren

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

4.1: Waarom verzeker je dat?

Hoe werkt een verzekering?
  • Premie: afhankelijk van risico en aantal verzekerde mensen
  • Je kan iets alleen verzekeren tegen een onzeker voorval, oftewel iets waarvan je niet weet wanneer en of dat ooit zal gebeuren. 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1: Waarom verzeker je dat?
Wat doet de verzekeraar met de 
premies?
1.  schade vergoeding uitbetalen
2. bedrijfskosten betalen 
     (loon, huur, ..... )
3. reserves opbouwen
4. winst maken


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeringskosten? Premie: €76,10. Poliskosten: €7. Assurantiebelasting: 21%

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeringskosten? poliskosten: €8,50 premie: €34,30. Assurantiebelasting = 21 %

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

AVP 
AVP = Aansprakelijkheidsverzekering Voor Particulieren
Doel = Dekt schade die je aan anderen toebrengt buiten je eigen schuld. Ook de schade van je kinderen en huisdieren.
 
Voorwaarden:
 1. De schade mag niet opzettelijk zijn veroorzaakt.
 2. De schade moet van een ander zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • Dekt de schade die je door inbraak, brand en waterschade hebt aan de spullen in je huis.
  • Meestal tegen nieuwwaarde
  • In je huis, dus inboedelverzekering
Inboedelverzekering

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Voor schade aan het huis zelf
  • Verzekerd tegen herbouwwaarde (bedrag dat je nodig hebt om hetzelfde huis opnieuw te bouwen
  • Let op!! herbouwwaarde is geen  verkoopwaarde!!
Opstalverzekering

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een opstalverzekering is verstandig bij een ....
A
huurhuis.
B
koophuis.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Django sluit voor zijn huis een opstalverzekering af. De jaarpremie is € 1,20 per € 1.000 verzekerd bedrag. Het huis is verzekerd voor € 245.000.

Bereken welk bedrag Django per maand aan premie betaald
A
€ 294
B
€ 12,30
C
€ 24,50
D
€ 245

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een verzekering voor de spullen in je huis noem je een.....
A
inboedelverzekering.
B
opstalverzekering.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een koophuis hebt is het verstandig om een...….. af te sluiten
A
inboedelverzekering
B
inboedelverzekering en opstalverzekering
C
opstalverzekering
D
geen van alle antwoorden is juist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderverzekerd:
  • De verzekerde waarde van inboedel of woonhuis is lager dan de werkelijke waarde
  • Je krijgt minder vergoed dan de schade die je hebt geleden


  • Schadevergoeding bij onderverzekering =       verzekerde waarde : werkelijke waarde x schadebedrag
  • OF met een verhoudingstabel! 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je sluit een opstalverzekering af voor €200.000. In werkelijkheid is je huis €250.000 waard. Bereken de schadevergoeding bij €32.000 schade.

Slide 16 - Open vraag

€ 200.000 ÷ € 250.000 × € 32.000 = € 25.600 

Verhoudingstabel: 
Waarde  
Schade 
Werkelijke waarde woning is €270.000. Het verzekerde bedrag is €210.000. Door een storm heb je €45.000 schade. Hoeveel wordt uitbetaald?

Slide 17 - Open vraag

35.000


4.2 Wat is er thuis verzekerd? (deel 2)  
Geïndexeerde verzekering
  • verzekerde bedrag wordt aangepast aan prijsstijging
  • prijsstijging door verbouwing, vernieuwing inboedel, prijsstijgingen


  • Geïndexeerd bedrag  =      
  • bedrag in het basisjaar : 100 x indexcijfer (huidig jaar)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt je huis in basisjaar verzekerd voor €220.000. Het indexcijfer voor de herbouwaarde van huizen is nu 118. Bereken wat nu de herbouwaarde van je huis is.

Slide 19 - Open vraag

11 € 220.000 ÷ 100 × 118 = € 259.600
In basisjaar was inboedel €32.500 waard. Voor inboedel geldt nu een index van 123. Wat is nu de waarde?

Slide 20 - Open vraag

12 € 32.500 ÷ 100 × 123 = € 39.975
Wat vond je van deze les / werkvorm?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: 
In je boek: blz. 118 : 4, 5, 6, 9, 11, 13

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies