Atoommodel historisch

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaan we een atoom en de bouw ervan weergeven op papier. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Dalton
Thomson
Rutherford
Bohr
Chadwick
Kern met positieve en neutrale deeltjes met daarrond elektronen op een schil.  
Atomen zijn compacte deeltjes.
Atomen van verschillende elementen hebben verschillende eigenschappen
Kern met positieve deeltjes en de negatieve deeltjes zweven rond de kern. 
Kern met positieve deeltjes en de negatieve deeltjes zweven rond de kern in schillen.  
Positieve en negatieve deeltjes liggen verspreid in het volledige atoom.

Slide 4 - Sleepvraag

Atomen zijn compacte deeltjes.
Atomen van verschillende elementen hebben verschillende eigenschappen.  
Positieve en negatieve deeltjes liggen verspreid in het volledige atoom.
Kern met positieve deeltjes en de negatieve deeltjes zweven rond de kern. 
Kern met positieve deeltjes en de negatieve deeltjes zweven rond de kern in schillen.
Kern met positieve en neutrale deeltjes met daarrond elektronen op een schil.  

Slide 5 - Tekstslide

Het gecombineerd atoommodel van Bohr-Rutherford

Slide 6 - Tekstslide

Naamgeving schillen
Schil 1 = schil K 
Schil 2 = schil L 
Schil 3 = schil M 
Schil 4 = schil N
Schil 5 = schil O 
Schil 6 = schil P 
Schil 7 = schil G 

Slide 7 - Tekstslide

De regels bij het opstellen van een atoommodel. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat valt er op aan de eerste schil? 
Wat valt er op aan de tweede shil? 

Slide 9 - Tekstslide

De regels 
1. We beginnen bij de eerste schil.
2. De eerste schil bevat maximum 2 elektronen. 
3. De tweede schil bevat maximum 8 elektronen. 
 --> Bereken met formule 2n² met n= schilnummer. 
4. Het maximum aantal elektronen op de buitenste schil bedraagt 8.

Slide 10 - Tekstslide

Extra regels 
•  Een schil kan nooit meer dan 32 elektronen bevatten. 
• Het maximum aantal elektronen op de voorlaatste schil bedraagt 18.

Slide 11 - Tekstslide

Regels bij het tekenen. 
- We beginnen bij de eerste schil.
(2 elektronen).   
- De tweede schil bevat maximum 8 elektronen. 
BELANGRIJK! 
Je begint bovenaan met 1 elektron en gaat dan de schil klokgewijs volgen totaan 4 elektronen. 
Daarna maak je pas paren door de enkele elektronen klokgewijs een partner te geven. 

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 
Atoom Natrium. 
Stap 1: Zoek het aantal elektronen van het atoom. 
Stap 2: Teken je kern met daarin de afkorting van je atoomnaam. 
Stap 3: Teken de eerste schil met 2 elektronen. 
Stap 4: Teken de tweede schil met maximum 8 elektronen. 
Stap 5: Teken de derde schil met de rest van de elektronen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De 2 andere voorstellingen van een atoom. 

Slide 15 - Tekstslide

Instructies opdracht 
  1. Je wordt verdeeld in 2 groepen.
2. Per groep krijg je een enveloppe. Open de enveloppe en leg alle kaartjes op je tafel. 
3. Los de vragen op pagina 5 in je bundel op.
4. Vergelijk de atoommodellen met de nieuwe schrijfwijze.
5. Som de gelijkenissen op tussen het atoommodel en de nieuwe schrijfwijze.
6. Welk deel van het atoommodel zie je terug in je nieuwe schrijfwijze?
7. Stel regels op voor je nieuwe schrijfwijze. 
8. Schrijf een stappenplan om jullie nieuwe schrijfwijze te kunnen maken.
9. Stel een persoon in jullie groep aan die vooraan jullie schrijfwijze gaat voorstellen aan de rest van de klas. (Doe dit pas wanneer de leerkracht zeg dat je dit mag doen)

Slide 16 - Tekstslide

Nabespreking opdracht 

Slide 17 - Tekstslide