1.1 Atoommodel DOE

Hoofdstuk 1 Atoombouw
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Atoombouw

Slide 1 - Tekstslide

Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Slide 2 - Woordweb

Kennen en kunnen
  • Welke stoffen zijn er
  • Wat zijn stofeigenschappen
  • Wat is een atoom
  • Wat is een molecuul
  • Wat is een scheikundige reactie
  • Wat is een element
  • Wat is een verbinding
  • Hoe zit een molecuul in elkaar

Slide 3 - Tekstslide

Kennen en kunnen
  • Het periodiek systeem
  • Metalen - niet metalen
  • BINAS tabel 34
  • De groepen en de lading
  • Edelgassen
  • Halogenen
  • De periodes en de schillen

Slide 4 - Tekstslide

Kennen en kunnen
  • kern en elektronenwolk
  • protonen, elektronen, neutronen.
  • atoomnummer, massagetal
  • van atoommassa naar molecuulmassa 

Slide 5 - Tekstslide

Het atoommodel

Het atoommodel is een versimpelde weergave van de werkelijkheid

We gebruiken het model om te kunnen zien hoe atomen er uit zien en wat er gebeurt bij een reactie.

Slide 6 - Tekstslide

Het atoommodel

Het atoommodel is een versimpelde weergave van de werkelijkheid

We gebruiken het model om te kunnen zien hoe atomen er uit zien en wat er gebeurt bij een reactie.


Vroeger (griekse tijd) was er al een atoommodel.

Het atoom was een bolletje en niet stuk te maken (ondeelbaar = atomos). Alle stoffen bestaan uit atomen, ook de lucht en het water.



Slide 7 - Tekstslide

Het atoommodel

Het atoommodel is een versimpelde weergave van de werkelijkheid

We gebruiken het model om te kunnen zien hoe atomen er uit zien en wat er gebeurt bij een reactie.


Vroeger (griekse tijd) was er al een atoommodel.

Het atoom was een bolletje en niet stuk te maken (ondeelbaar = atomos). Alle stoffen bestaan uit atomen, ook de lucht en het water.



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het atoommodel

Het atoom bestaat uit twee delen:

  • De kern
  • De elektronenwolk


In de kern zitten twee elementair deeltjes:

  • de protonen
  • de neutronen


In de elektronen wolk zit één elementair deeltje:

  • de elektronen.

Slide 10 - Tekstslide

Welke deeltjes zitten in de kern?
A
protonen en elektronen
B
elektronen en neutronen
C
neutronen en protonen

Slide 11 - Quizvraag

Welke deeltjes zitten in de elektronen wolk?
A
protonen
B
elektronen
C
neutronen

Slide 12 - Quizvraag

Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

Binas 33 en 34 


Slide 13 - Tekstslide

Zoek op in Binas (33/ 34),
Het atoomnummer van zuurstof
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 14 - Quizvraag

Zoek op in Binas (33/ 34),
Het atoomnummer van koolstof
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 15 - Quizvraag

Zoek op in Binas (33/ 34),
Het massagetal van koolstof
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 16 - Quizvraag

Zoek op in Binas (33/ 34),
Hoeveel protonen heeft een zuurstof atoom
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 17 - Quizvraag

Zoek op in Binas (33/ 34),
Het aantal elektronen van een zuurstofatoom
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 18 - Quizvraag

Atoommodel van Bohr

Slide 19 - Tekstslide

De elektronen wolk

De elektronenen wolk bestaat uit schillen.

De schillen zijn de banen waarin de elektronen om de kern bewegen.


De eerste schil heet de K-schil.

In de K-schil kunnen maximaal 2 elektronen.


De tweede schil heet de L-schil.

In de L=schil kunnen maximaal 8 elektronen.

Slide 20 - Tekstslide

De elektronen wolk

In de schillen die hier op volgen (M-, N-, O-, P- en Q-schil) kunnen voorlopig maximaal 8 elektronen.


Voorbeeld: Natrium heeft atoomnummer 11, dus hij heeft ook 11 elektronen.

K-schil: 2 elektronen

L-schil: 8 elektronen (bij elkaar 10)

M-schil: 1 elektron (bij elkaar 11)

Slide 21 - Tekstslide

De massa van een molecuul

Een atoom heeft een massa,  dit wordt aangegeven door het atoomnummer.

Een molecuul bestaat uit atomen. Tel de massagetallen van de verschillende atomen op en je hebt de massa van het molecuul.

H2O = 2 x waterstof (H), en 1 x zuurstof (O)

Massagetal van waterstof = 1 ==> 2 x 1 = 2

Massagetal van zuurstof = 16 ==> 1 x 16 = 16

Opgeteld = 2 + 16 = 18

Slide 22 - Tekstslide

Bereken de massa van een Koolstof-di-oxide (CO2)

Slide 23 - Open vraag

Kennen en kunnen
  • kern en elektronenwolk
  • protonen, elektronen, neutronen.
  • atoomnummer, massagetal
  • van atoommassa naar molecuulmassa 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video