Les 8 ZK2A 21-09-23 paragraaf 1.2c

Welkom bij de Geschiedenisles ZK2A!
Startklaar:
- Telefoon in Zakkie
- Op tafel:
        - Map
        - Feniksboek
        - Naambordje
        - Zakkie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom bij de Geschiedenisles ZK2A!
Startklaar:
- Telefoon in Zakkie
- Op tafel:
        - Map
        - Feniksboek
        - Naambordje
        - Zakkie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht:
Werkboek open op bladzijde 12, terwijl je de antwoorden opschrijft van de volgende vragen:

1. Waar staat de WIC voor?
2. Met welke continenten handelde de WIC?
3. Waarom is zout geen specerij?
4. Welke producten exporteerde de Republiek?



timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Extra werk: paragraaf 1.3 overschrijven
Opdracht 9, bladzijde 12

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan:
1. Startopdracht
2. Huiswerk bespreken
3. Lesdoelen
4. Herhaling over afsluiting Schelde/stapelmarkt/Amsterdam
5. Uitleg polder

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...ken je de begrippen Droogmakerij, Gouden Eeuw, grachtengordel en stapelmarkt. (R)
...kan je uitleggen hoe Nederland rijk werd in de zeventiende eeuw. (T1)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling van vorige week:
  • Afsluiting Schelde ---> geen schepen meer naar Antwerpen
  • Stapelmarkt met pakhuizen
  • Grachtengordel van Amsterdam

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Spanje
De Republiek

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Schets het probleem voor Antwerpen van het dichtgooien van de Schelde

Waar gaan de schepen heen ipv naar Antwerpen? (Amsterdam)

Amsterdam werd de grootste stapelmarkt van Europa.

Veel handelaren uit Antwerpen verhuisden naar Amsterdam.

Deze handelaren waren protestantse mensen (die in de Republiek hun geloof wel mochten uitoefenen).

Deze handelaren brachten veel geld en kennis met zich mee.

Amsterdam werd hierdoor een echte wereldstad

Slide 9 - Tekstslide

Als je tussen Noord- en Zuid-Europa handelde, kon je deze reis niet in een keer maken. Je moest halverwege stoppen.
De handelaar moest daar zijn producten een tijdje opslaan. Een stad waar die producten werden opgeslagen noemen we een stapelmarkt

Amsterdam en Antwerpen lagen precies halverwege deze handelsroute. Ook kon je vanuit daar makkelijk producten (via rivieren) vervoeren naar Duitsland.
Amsterdam was dus ideaal als stapelmarkt


  • Overleg 2 minuten met degene naast je en schrijf op:

  • Wat zijn die witte dingen onder het dak?

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht: bedenk wat er vroeger in pakhuizen lag. Waar zijn die witte dingen voor vlak onder het dak bij de nok?

Nederlandse handelsschepen gingen producten halen in N-Europa om deze vervolgens te verkopen in de Republiek en in Z-Europa. 

Deze producten moesten eerst opgeslagen worden. Dit deed men in pakhuizen.

Een stapelmarkt is een plaats waar handelswaar tijdelijk wordt opgeslagen, om van daaruit verder te worden verhandeld.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Al deze pakhuizen lagen verspreid in Amsterdam. Om toegang hiertoe te bevorderen werd de grachtengordel aangelegd. Zo konden schepen direct voor hun pakhuis ''parkeren''.

Bovendien werd het door nieuwe mensen (migranten) druk in Amsterdam. Daarom werd de stad Amsterdam uitgebreid met drie brede grachten, de grachtengordel. Deze werden de Keizersgracht, de Prinsengracht en de Herengracht.
Een grote verandering
In de Gouden Eeuw groeide de bevolking in het westen snel. Omdat de helft van Noord-Holland in die tijd uit meren en moeras bestond, was er weinig landbouwgrond. Dus was er te weinig voedsel.
Gouden Eeuw
Naam voor de zeventiende eeuw (1600-1700), toen het economisch heel goed ging met Nederland.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overleg 2 minuten met degene naast je en schrijf op:

Wat doen deze molens?
Waarom staan ze zo dicht bij elkaar?

Slide 14 - Tekstslide

Jan Adriaanszoon Leeghwater bedacht hoe hij
meren kon droogleggen. Dit noemen we een droogmakerij of polder.


Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten --> Huiswerk
Opdracht 8  (werkboek blz. 12)



---> 5 minuten IN STILTE
---> Klaar? Lees alvast opdracht paragraaf 1.3 (leerboek blz. 12 en 13) en maak opdrachten 1, 2 en 3 (werkboek blz. 12 en 13)


timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor volgende week:
- Opdracht 8 (werkboek blz. 12)
- Lees paragraaf 1.3 (leerboek bladzijde 12 en 13)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies