Lesson 6 4H Unit 5 Lesson 5 Grammar & Letter of Complaint

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesson 6

21 March 2025 Agenda:

1. Homework check

2. Give feedback on a letter of complaint

3. I can reorder a letter and analyse formal language

4. Unit 5  - Lesson 4 exercises (grammar - indefinite pronouns)

Giving Feedback

Let's check the homework

Get your letter of complaints out

1. Homework was to bring your complete letter of complaint to class
2. Review another persons letter 
3. Give constructive feedback using checklists
4. 7-minutes

Structure/Formality:

• Letter follows formal structure? 
• Tone is appropriate? (formal, polite but firm, no slang or overly emotional language)

Clarity/Detail:

• Letter provides specific details about the complaint?
• Dissatisfaction is clear and well-explained?
• Writer give examples to strengthen arguments?

Grammar/Word choice:

• No grammar mistakes 
• Has formal, precise vocabulary 
• Is not repetitive (words/sentences)

Organization/Coherence:

• Clear paragraphing? 
• Logical flow? 
• Transition words connection ideas?

Giving Feedback

Giving Feedback - Rate this activity 

Dangerous Roads

Complete jumbled letter and language analysis tasks

(BRING WITH NEXT LESSON)

Relative pronoun (betrekkelijk voornaamwoord) E.g. who, whom, whose, which, that and where

Who heeft betrekking op personen.

Whose heeft betrekking op personen of dingen en geeft bezit aan.

Which heeft betrekking op dieren en dingen or op een zinsdeel.

That mag je gebruiken in plaats van who of which, als de informatie nodig is om de zin te begrijpen. Er staat er dan geen komma voor. Let op: Als je de informatie kunt weglatedn (er hoort dan een komma te staan) gebruik je wel gewoon who of which. Who/which/that laat je meestal weg als een ander woord het onderwerp is van de bijzin.

Where verwijst naar een plaats. 

Voorzetsels + who(m)/which = waar + voorzetsel or voorzetsel + wie (waarover, over wie). Als het voorzetsel achteraan in de (bij)zin staat, gebruik je that of laat je het betrekkelijk voornaamwoord weg.

In-class work - Unit 5 - Lesson 5

Note down what you are doing in this lesson, in case you work faster:

Vocabulary (linking/transition words) Ex. 5 on p. 273

Grammar (relative pronouns) - Ex. 6 & 7 on p. 274

Vocabulary (linking/transition words) Ex. 5 on p. 273

Grammar (relative pronouns) - Ex. 6 & 7 on p. 274

Homework

• Write another letter of complaint as practice and bring to class for feedback. 
• Complete jumbled letter and language analysis tasks (dangerous roads)
• Study Grammar - relative pronouns U5, L4 - on p. 73
• Read your book