BG3 - Module 3 - Les 7 en 8

Beroepsgericht 3

Module 3 - Les 7 en 8
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Beroepsgericht 3

Module 3 - Les 7 en 8

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling BG3 - Module 3
De lessen zijn vormgegeven op basis van de theorie uit het boek Methodiek (thema 1 en 2)

  • Lesweek 1: Hoofdstuk 1 - Sociaal-Agogisch werk
                               Hoofdstuk 2 - Werken in de maatschappelijke zorg
  • Lesweek 2: Hoofdstuk 3 - Ontwikkelingspsychologie, wat is dat?
  • Lesweek 3: Hoofdstuk 4 - Baby’s en peuters
  • Lesweek 4: Hoofdstuk 5 - Kleuter en schoolkind
  • Lesweek 5: Hoofdstuk 6 - Puber en adolescent
  • Lesweek 6: Hoofdstuk 7 - Volwassene en oudere
  • Lesweek 7: Hoofdstuk 8 - Problemen in de ontwikkeling  
  • Lesweek 8: Afronding - O meting, Problemen in de ontwikkeling en/of gastspreker

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Vandaag behandelen we hoofdstuk 8: problemen in de ontwikkeling. 

Boek: Methodiek
Thema 2: Oriëntatie op de mens en zijn ontwikkeling
Hoofdstuk 8: Problemen in de ontwikkeling (8.1 t/m 8.12)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 8: Problemen in de ontwikkeling
8.1                 Inleiding
8.2                Normale en niet-normale ontwikkeling
8.3                Problemen in de ontwikkeling
8.4/ 8.5      Sociale problematiek 
8.8                Echtscheiding
8.10               Vluchtelingen
8.11 / 8.12    Huiselijk geweld & kindermishandeling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1 Inleiding
Bij de ontwikkeling van de mens is er sprake van een wisselwerking met de omgeving:
   - Ouders
   - School
   - Buurt/omgeving waarin iemand opgroeit


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1 Inleiding
Casus - Welke problemen in de ontwikkeling komen terug in deze casus?

Agnita is 11 jaar en woont met haar moeder in een flat die bekend staat vanwege de sociale problematiek bij bewoners. De moeder van Agnita leeft van een bijstandsuitkering, maar kan hier nauwelijks van rondkomen. Gisteren barstte Agnita in tranen uit bij Sjoukje, beroepskracht MZ bij een buurthuis. Het was Sjoukje al opgevallen dat Agnita eigenlijk altijd dezelfde kleren aan had en dat Agnita deze winter dezelfde, te kleine winterjas van twee jaar eerder droeg. Sjoukje probeerde haar te troosten, toen ze stukje bij beetje haar verhaal deed. Agnita vertelde dat ze het niet zo erg vond dat ze thuis geen echte cola en geen echte chocoladehagel at, maar dat ze het verschrikkelijk vond om telkens in dezelfde goedkope, te kleine, oude kleren rond te lopen. Op school wordt ze er steeds meer om gepest. Klasgenoten zeggen dat ze stinkt en dat ze eens wat anders aan moet trekken. Gisteren had een klasgenootje tegen een ander gezegd, maar net zo dat Agnita het nog hoorde: ‘Ik ga niet naast dat stinkdier zitten hoor.’ ‘Ik stink echt niet’, kwam er snotterend uit, ‘ik heb wel weinig kleren, maar mijn moeder wast het vaak genoeg.’


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1 Inleiding
CasusWelke problemen in de ontwikkeling komen terug in deze casus?

Agnita is 11 jaar en woont met haar moeder in een flat die bekend staat vanwege de sociale problematiek bij bewoners. De moeder van Agnita leeft van een bijstandsuitkering, maar kan hier nauwelijks van rondkomen. Gisteren barstte Agnita in tranen uit bij Sjoukje, beroepskracht MZ bij een buurthuis. Het was Sjoukje al opgevallen dat Agnita eigenlijk altijd dezelfde kleren aan had en dat Agnita deze winter dezelfde, te kleine winterjas van twee jaar eerder droeg. Sjoukje probeerde haar te troosten, toen ze stukje bij beetje haar verhaal deed. Agnita vertelde dat ze het niet zo erg vond dat ze thuis geen echte cola en geen echte chocoladehagel at, maar dat ze het verschrikkelijk vond om telkens in dezelfde goedkope, te kleine, oude kleren rond te lopen. Op school wordt ze er steeds meer om gepest. Klasgenoten zeggen dat ze stinkt en dat ze eens wat anders aan moet trekken. Gisteren had een klasgenootje tegen een ander gezegd, maar net zo dat Agnita het nog hoorde: ‘Ik ga niet naast dat stinkdier zitten hoor.’ ‘Ik stink echt niet’, kwam er snotterend uit, ‘ik heb wel weinig kleren, maar mijn moeder wast het vaak genoeg.’


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.2 Normale- en niet-normale ontwikkeling
Wat is normaal?
     Ieder mens, ieder kind ontwikkelt zich anders. In een eigen 
     tempo en op een eigen manier

Uitgaan van objectieve maatstaven. Bijvoorbeeld hoe verloopt de ontwikkeling in vergelijking met leeftijdsgenoten.

Voorbeeld  >  Jeroen is 4 jaar en praat niet
Is hierin sprake van een normale of niet-normale ontwikkeling?


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.3 Problemen in de ontwikkeling
Bij een achterblijvende of anders verlopende ontwikkeling, kan de oorzaak van binnenuit of van buitenaf zijn:
   Binnenuit > bijvoorbeeld verstandelijke beperking 
   Buitenaf > bijvoorbeeld problemen in het gezin of de omgeving

De ontwikkeling van een kind verloopt altijd in wisselwerking met zijn omgeving



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Problemen in de ontwikkeling
Risicofactoren = zaken die de kans op problemen vergroten

Risicofactoren die de ontwikkeling van een kind kunnen beïnvloeden zijn:
  1. Het kind;
  2. De ouders/verzorgers en/of het gezin;
  3. De omgeving.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren
kunnen van invloed zijn op de ontwikkeling
( denk aan kindgebonden/ omgeving
ouders/ verzorgers/ gezin)

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale problematiek, kenmerken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belang van de omgeving
Milieu bepaalt in belangrijke mate of zijn in aanleg aanwezige mogelijkheden volledig tot ontwikkeling zullen komen.
   
Hoe jonger het kind, hoe groter de invloed van de omgeving waarin het kind opgroeit

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.4 Sociale problematiek/maatschappelijke problematiek
= Problematiek die maatschappelijk bepaald is en daarom een groep mensen treft. 
Vooral omgevingsproblematiek : ouder en/of gezinsfactor waarin mensen leven en kinderen opgroeien.
Voorbeelden van sociale problemen:
  • Laag inkomen
  • Werkloosheid
  • Verslaving
  • Huiselijk geweld

Soms doen er zich meer problemen tegelijk voor > het ene probleem kan het andere probleem uitlokken.





Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

8.4 Sociale problematiek/maatschappelijke problematiek
Achterstandssituatie/kansarm: Geheel van gebrekkige of slechte omstandigheden waarin een kind/cliënt woont of opgroeit. Ze krijgen weinig kansen

Mogelijke gevolgen
  • Frustratie/onmacht afreageren op kind ( Geen energie meer voor positieve opvoeding )
  • Houding van onmacht, onverschilligheid en koelheid
  • Generatie op generatie: een kind dat zich niet optimaal heeft ontwikkelt, heeft een grotere kans ook als volwassene in een achterstandssituatie terecht te komen.
  • Kind kan zich niet onttrekken aan situatie + ongelijkheid in Nederland
Oog hebben voor de omgeving waarin een kind opgroeit is als MZ beroepskracht dan ook van belang!






Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwetsbare ouderen
Ook bij ouderen kan er sprake zijn van een sociale problematiek
Kwetsbaar verwijst naar: fysieke, psychische en/of sociale kwetsbaarheid

Kans op vroegtijdig overlijden is 3x groter


Vaker opgenomen in ziekenhuis/zorginstelling



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5 Kenmerken van sociale problematiek
  • Het gaat om een probleem dat maatschappelijk bepaald is
    Sommige problemen hangen samen aan de manier waarop de maatschappij functioneert.

  • Het is geen individueel probleem
    Het probleem betreft kleine of grote groepen mensen in de maatschappij
    Door 1 zijn meerdere mensen slachtoffer. Geen vast gegeven hoe groot de groep is, denk bijvoorbeeld aan economische crisis.

  • De problematiek is vaak het gevolg van een achterstelling in de maatschappij
    Denk aan discriminatie



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5 Kenmerken van sociale problematiek
  • Sociale problematiek kan niet gemakkelijk worden opgelost
    Oplossingen op maatschappelijk niveau voor nodig.

  • Bij sociale problematiek is er een vergroot risico op allerlei (andere) problemen
    Kettingreactie > ene probleem veroorzaakt het andere, probleem wordt ernstiger/groter etc.

  • De sociale problematiek van de ouders is de sociale problematiek van het kind
    Altijd wisselwerking tussen persoon en maatschappij. Als MZ’er kijk je op persoonsniveau.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Echtscheiding

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.8 Echtscheiding
  • Ruim 1 op de 3 huwelijken eindigt in een echtscheiding.
    Uitgangspunt in Nederland: ouders na scheiding houden beide ouderlijk gezag. Beide blijven verantwoordelijk voor opvoeding en verzorging van de kinderen.

  • Vechtscheiding = echtscheiding waarbij niet alleen negatieve gevoelens heeft naar de ex-partner, maar er ook op uit is om die ex-partner schade toe te brengen
    Kinderen ondervinden hier grote nadelige gevolgen van > het schaadt de ontwikkeling in alle opzichten.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken echtscheiding
  • Vaak meerdere redenen

  • Communicatieproblemen spelen vaak een grote en centrale rol
       Het gaat dus niet alleen over de punten van een conflict, maar
       voornamelijk hoe hierover wordt gecommuniceerd.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen echtscheiding
  • Eerste periode: onzekerheid en eenzaamheid > Leven opnieuw opbouwen

  • Co-ouderschap= het samen opvoeden van kind(eren) door beide ouders, die niet samenwonen. Dagelijkse opvang en zorg wordt zoveel mogelijk gelijk verdeeld.

  • Voor de ouder die de dagelijkse zorg voor de kinderen heeft kan de situatie moeilijk zijn.
    Niet kunnen terugvallen op partner bij opvoeding, verdelen van taken en zorgen bespreken

  • Maar ook armoede kan een gevolg zijn:
    Bijvoorbeeld: Wanneer sprake is van een koopwoning, zal één of beide ouders de woning moeten verlaten. Door de huidige huizenmarkt, kan dit gevolgen met zich meebrengen.



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

8.10 Vluchtelingen
Vluchteling = iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging.
 
Redenen voor vervolging kunnen zijn: 
- Ras
- Godsdienst
- Nationaliteit
- Politieke voorkeur
- Seksuele voorkeur



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingen
Vluchteling = iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging.
 
Redenen voor vervolging kunnen zijn: 
- Ras
- Godsdienst
- Nationaliteit
- Politieke voorkeur
- Seksuele voorkeur



Slide 29 - Tekstslide

https://www.vluchtelingenwerk.nl/nl/nieuws-en-kennis/cijfers-over-vluchtelingen-nederland-europa-wereldwijd/bescherming-nederland
Vluchtelingen
Vluchteling = iemand die in zijn thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging.
 
Redenen voor vervolging kunnen zijn: 
- Ras
- Godsdienst
- Nationaliteit
- Politieke voorkeur
- Seksuele voorkeur



Slide 30 - Tekstslide

https://www.vluchtelingenwerk.nl/nl/nieuws-en-kennis/cijfers-over-vluchtelingen-nederland-europa-wereldwijd/bescherming-nederland
Wat kunnen oorzaken zijn van vluchten?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken

- Oorlog
- Natuurrampen
- Bang om vervolg te worden (huidskleur, geloof, politieke overtuiging, seksuele geaardheid)
- Economie (economische vluchteling)


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van vluchten
Psychotrauma = de psychische en lichamelijke reactie op een traumatische gebeurtenis, dus hoe iemand reageert als de gebeurtenis voorbij is.
   

Kenmerken:
- Angst- en paniekreacties
- Nachtmerries
- Depressiviteit
- Hoofdpijn
- Prikkelbaarheid
- Gedragsproblemen bij kinderen: agressief gedrag, huilbuien, bedplassen e.d.


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiselijk geweld

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.11 Huiselijk geweld
Huiselijk geweld = geweld dat wordt gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Dat kunnen zijn: partners, ex-partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. Het geweld kan zowel lichamelijk, seksueel en/of psychisch zijn.

Bij huiselijk geweld is er vaak sprake van een machtsverschil: het slachtoffer is afhankelijk van de pleger.



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/52/1-2-miljoen-slachtoffers-van-huiselijk-geweld#:~:text=8%20procent%20van%20de%20Nederlandse,aanden%20voorafgaande%20aan%20de%20enqu%C3%AAte.
Vormen
  • Kindermishandeling;
  • Oudermishandeling;
  • Ouderenmishandeling;
  • (ex-)Partnergeweld (stalking);
  • Eergerelateerd geweld (eerwraak, huwelijksdwang);
  • Psychische mishandeling en verwaarlozing.

Vrouwen vormen de grootste groep slachtoffers. Maar ook mannen, kinderen en ouderen zijn slachtoffer van huiselijk geweld.

Huiselijk geweld komt binnen alle lagen en groeperingen van de bevolking voor.



Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen oorzaken zijn van huiselijk geweld?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken huiselijk geweld
  • Niet altijd opzettelijk
    Zorg (voor bijv. naasten) niet meer aankunnen

  • Generatie op generatie
    Geen goed voorbeeld gehad
    Niet geleerd voor zichzelf op te komen


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken huiselijk geweld
Slachtoffers ervaren het als individueel probleem:
   - Schaamte
   - Loyaliteitsgevoelens
   - Onterechte schuldgevoelens
   - Afhankelijkheid

Gaat vaak samen met andere problemen: 
  - Echtscheiding
  - Werkloosheid/schulden
  - Psychische problemen
  - Verslaving


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen huiselijk geweld
Sterke emotionele problemen:
  • Verlies weerbaarheid;
  • Verlies zelfvertrouwen;
  • Gevoelens van schuld en schaamte.

Kan leiden tot:
  • Lichamelijke stressklachten, depressies, verslaving;
  • Lichamelijk letsel;
  • Problemen op werk, huisvesting en financiële problemen;
  • Problemen met intimiteit en seksualiteit;
  • Moeilijker om relaties aan te gaan.



Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

8.12 Kindermishandeling
Kindermishandeling is elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is en waarbij afwijkingen bij het kind ontstaan of waarbij verwacht mag worden dat die zullen ontstaan.
 
Vormen kindermishandeling:
Lichamelijke mishandeling
Emotionele of geestelijke mishandeling ( verwaarlozing)
Seksuele mishandeling
Uitbuiting
Verwaarlozing


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken kindermishandeling
Komt vaker voor als er ook andere problemen in het gezin zijn
   Bijvoorbeeld: ziekte, overspannen, huwelijksproblemen, geldproblemen, werkloosheid of 
   verslaving

Kindermishandeling heeft te maken met onmacht, spanningen worden afgereageerd op het kind


Minder prettige jeugd gehad (weten niet hoe problemen op te lossen zonder geweld, of hoe ze prettige sfeer in huis kunnen creëren)
   Te hoge verwachtingen > gevoelens teleurstelling afreageren



Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen kindermishandeling
Lichamelijke gevolgen:
  • Verwondingen
  • Soms ook zo ernstig dat een kind het hele leven lang gevolgen hiervan meedraagt
  • Soms komt een kind zelfs te overlijden aan lichamelijk letsel

Psychische gevolgen:
  • Eenzaamheid (meedragen geheim)
  • Beschadiging identiteit
  • Beschadiging zelfbeeld en zelfvertrouwen


Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Signalering kindermishandeling 
Het is belangrijk alert te zijn op signalen van kindermishandeling. Sluit je ogen niet voor wat je ziet, hoort of opmerkt, maar breng je vermoedens onder de aandacht van bijvoorbeeld een leidinggevende, zodat er ingegrepen kan worden.


Elke organisatie moet zich houden aan de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.


Organisaties en professionals stellen zelf een eigen meldcode op. Ze zijn wettelijk verplicht om 5 stappen in hun meldcode op te nemen.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan meldcode
Heb jij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling?
Aan de hand van 5 stappen bepaal jij als professional of je melding moet doen bij Veilig Thuis en of er voldoende hulp ingezet kan worden.

STAP 1: Breng signalen in kaart
Breng signalen in kaart die je zorg bevestigen of ontkrachten. Leg signalen en vervolgstappen objectief en feitelijk vast in het dossier. Voer indien nodig de kindcheck uit.


STAP 2: Overleg met een deskundige collega of Veilig Thuis
Overleg met een deskundige collega om signalen te duiden. Raadpleeg zo nodig Veilig Thuis of een forensisch arts. Neem bij eergerelateerd geweld, huwelijksdwang of vrouwenbesnijdenis direct contact op met Veilig Thuis.





Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan meldcode
STAP 3: Praat met ouders en het kind
Bespreek je zorgen zo snel mogelijk met de ouders/verzorgers van het kind en het kind zelf. Alleen als jouw veiligheid of die van het kind in gevaar kan komen door een gesprek kan hiervan worden afgezien.

STAP 4: Weeg het geweld
Maak een inschatting van de aard en de ernst van de situatie op basis van signalen, het overleg met een collega en de gesprekken met ouders en het kind. Vraag bij twijfel advies aan Veilig Thuis. Bij een reële kans op schade: melden.

STAP 5: Beslis: Is melden nodig? Is hulpverlening nodig?
Als je het kind voldoende kunt beschermen, bied of organiseer je de noodzakelijke hulp. Als de situatie acuut of structureel onveilig is, doe je een melding bij Veilig Thuis en beslis je samen welke hulp je zelf kunt organiseren. 







Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij nu over ontwikkelingspsychologie?

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever de levenslijn in!!

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gastspreker

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies