sociale problematiek

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
OPSMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Sociale problematiek
Wat heb je onthouden?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1.a. Welke invloed kan sociale problematiek op de ontwikkeling van kinderen hebben?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

1.b. De buurt waarin een kind woont is van grote betekenis voor de ontwikkeling van
het kind. Geef hiervan een voorbeeld.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

4. Sociale problematiek wil zeggen dat het niet een individueel probleem is, en ook niet een probleem van alleen dit gezin of van deze groep.
a. Waar gaat het dan wel om?

Slide 10 - Open vraag

b Geef een voorbeeld van een probleem dat een individueel probleem is en dus
geen sociale problematiek is.

Slide 11 - Woordweb

Vraag 4
c Geef een voorbeeld van een gezinsprobleem dat geen sociale problematiek is.
d Sociale problematiek kun jij als pedagogisch werker niet oplossen. Is sociale problematiek wel op te lossen? Motiveer je antwoord.
e Je kunt zeggen: de sociale problematiek van kinderen is de sociale problematiek van ouders. Leg dit uit.



 


Slide 12 - Tekstslide

5. Bij sociale problematiek is er een vergroot risico op – allerlei andere problemen. Welke problemen kunnen er optreden?

A
minder goede schoolprestaties grotere kans op schooluitval
B
grotere kans in de criminaliteit te belanden
C
grotere kans op verslaving
D
grotere kans op ongezonde eet- en leefgewoonten

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

2.a. Geef drie voorbeelden van probleemsituaties die vallen onder sociale
problematiek.

Slide 15 - Woordweb

2.b. Vind je het correct dat juist deze situaties probleemsituaties worden genoemd?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

2.c. Mag je in iedere probleemsituatie spreken van een achterstandssituatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

6. Veel mensen denken dat armoede hetzelfde is als gebrek aan geld.
a Leg uit waarom het meer is dan dat.

Slide 20 - Open vraag

6. b. Wat zijn oorzaken van armoede?

Slide 21 - Woordweb

Vraag 6
c.  Armoede gaat vaak van generatie op generatie over. Wat is hiervan de oorzaak?

Slide 22 - Tekstslide

3. Kinderen die opgroeien in een achterstandssituatie lopen een veel groter risico op
problemen in hun ontwikkeling.
a Zullen zij het ook slechter doen op school? Leg uit waarom.

Slide 23 - Open vraag

3.b. Op welke ontwikkelingsgebieden kunnen deze problemen zich voordoen?
A
lichamelijke ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling persoonlijkheidsontwikkeling
C
sociale ontwikkeling seksuele ontwikkeling
D
emotionele ontwikkeling

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 7
Werkloosheid komt bij bepaalde groepen mensen meer voor dan bij andere.
a Waarom zijn allochtonen vaker dan gemiddeld werkloos?
b Noem andere groepen, dan die in de theorie genoemd zijn, bij wie werkloosheid vaker voorkomt dan gemiddeld.
c Werkloosheid heeft gevolgen voor het hele gezin. Leg dit uit aan de hand van een voorbeeld.




Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Vraag 8
Ruim één op de drie huwelijken eindigt tegenwoordig in een echtscheiding.
a Waarom is een echtscheiding meer complex wanneer er kinderen bij betrokken zijn?
b Een echtscheiding kan voor kinderen erg traumatisch zijn, maar dat hoeft niet perse. Waar hangt dat vanaf? Noem concrete zaken.
c Je kunt je afvragen of het kind zo veel beter af is als zijn vader en moeder bij elkaar blijven als sprake is van een slecht huwelijk. Wat is jouw mening hierover?



Slide 29 - Tekstslide

8. d Bij echtscheiding krijgt een kind te maken met allerlei veranderingen die zijn
dagelijks leven betreffen. Geef drie voorbeelden van zulke veranderingen.

Slide 30 - Woordweb

8. e. Wat moeten ouders volgens jou doen om de gevolgen van een echtscheiding voor het kind zo klein mogelijk te houden?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

9. Kinderen van vluchtelingen komen nogal eens uit oorlogsgebieden of uit landen met
andere vormen van georganiseerd geweld.
a Noem landen die kunnen worden aangemerkt als oorlogsgebied.

Slide 33 - Woordweb

9. .b Als vluchtelingenkinderen in Nederland zijn, betekent dat niet automatisch dat een einde is gekomen aan alle ellende. Waarom niet?

Slide 34 - Open vraag

9. c. Een psychotrauma is de psychische en lichamelijke reactie op een ingrijpende gebeurtenis, dus hoe iemand reageert als de gebeurtenis voorbij is.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Vraag 9
d. Leg uit dat vluchtelingkinderen zich ook in Nederland onveilig kunnen voelen.
e. Soms is ondersteuning nodig bij de verwerking. Wat kun jij als pedagogisch werker doen? Noem twee concrete zaken.


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Tekstslide

10. A. In Nederland is jaarlijks één miljoen mensen slachtoffer van huiselijk geweld.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Huwelijksdwang is één van de vormen van huiselijk geweld.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quizvraag

Naar schatting hebben een half miljoen Nederlanders te maken met ernstig of herhaald huiselijk geweld.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Vrouwen vormen de grootste groep slachtoffers van huiselijk geweld.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Elke organisatie is verplicht om een Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te hebben.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Bij huiselijk geweld is niet altijd sprake van opzettelijke mishandeling.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Video

Vraag 10
b. Vul de tabel in. Noteer bij iedere vorm van mishandeling: (zie lesbrief)
• een eigen voorbeeld;
• hoe moeilijk of gemakkelijk deze vorm van mishandeling is vast te stellen (op
  schaal van 1 tot 5);
• een toelichting hierop.
c. Wat zou je doen als je vermoedt dat een kind op het kinderdagverblijf waar je werkt, mishandeld wordt? Licht je antwoord toe.

Slide 46 - Tekstslide

Huiswerk
• Na dit thema zal er een toets plaatsvinden over thema’s leerjaar 2 en 17. Denk aan de laptop! De toets is in cum laude. Zie bijlage om theorie te herhalen. Datum afspreken.

*• Thema 18 activiteiten en spel: Extra zorg en ondersteuning bij kinderen die kleine of grote problemen binnen de ontwikkeling hebben. Blz. 302-315 lezen. Boek: ontwikkeling en activiteiten. Lezen en samenvatten/ mindmap.


Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video