Hoofdstuk 2 - kwartieren en minuten
1 / 35
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
half 2
kwart voor 11
kwart over 12
kwart over 9
kwart voor 10
half 1
kwart voor 12
kwart voor 9
Slide 2 - Sleepvraag
Hoe laat is het?
5.45 uur
5.45 uur
A
kwart voor 5
B
kwart voor 6
Slide 3 - Quizvraag
Op welke klok is het kwart voor 7?
Slide 4 - Sleepvraag
kwart voor 3
kwart over 12
kwart voor 2
Slide 5 - Sleepvraag
Jan gaat om 14.30 uur van huis weg. Hij komt om 16.10 uur op school aan.
Hoe lang heeft hij erover gedaan?
Hoe lang heeft hij erover gedaan?
A
40 minuten
B
1 uur en 30 minuten
C
1 uur en 35 minuten
D
1 uur en 40 minuten
Slide 6 - Quizvraag
5,4 uur =
A
5 uur en 40 minuten
B
5 uur en 4 minuten
C
5 uur en 25 minuten
D
5 uur en 24 minuten
Slide 7 - Quizvraag
5,67 uur = 5 uur,
A
60 minuten en 7 seconden
B
40 minuten en 12 seconden
C
16 minuten en 5 seconden
D
67 minuten en 0 seconde
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
200 seconden=
A
2 minuten en 20 seconden
B
2 minuten en 30 seconden
C
3 minuten en 20 seconden
D
3 minuten en 30 seconden
Slide 12 - Quizvraag
130 minuten =
A
2 uur en 10 minuten
B
2 uur en 5 minuten
C
2 uur en 15 minuten
D
3 uur en 5 minuten
Slide 13 - Quizvraag
185 minuten =
A
2 uur en 5 minuten
B
3 uur en 5 minuten
C
2 uur en 10 minuten
D
3 uur en 10 minuten
Slide 14 - Quizvraag
Welke digitale tijden horen bij deze klok?
A
06.00 en 18.00
B
09.00 en 21.00
C
05.00 en 17.00
D
03.00 en 15.00
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
11:11
A
11 minuten voor 11
's ochtends
B
11 minuten voor 11
's avonds
C
11 minuten na 11
's ochtends
D
11 minuten na 11
's avonds
Slide 17 - Quizvraag
12:34
A
4 minuten over 12 's middags
B
4 minuten over half 12 's middags
C
4 minuten voor half 1 's middags
D
4 minuten over half 1 's middags
Slide 18 - Quizvraag
Op welke klok is het 13 minuten over 10 's avonds
A
10:13
B
20:13
C
22:13
D
21:13
Slide 19 - Quizvraag
Op welke klok is het 1 minuut over half 9 's ochtends
A
9:31
B
8:31
C
9:01
D
8:29
Slide 20 - Quizvraag
15:04
8:21
18:48
Slide 21 - Sleepvraag
A
3 minuten over 6
B
Half 1
C
5 minuten over 6
D
Half 12
Slide 22 - Quizvraag
A
11 minuten voor kwart voor 2
B
4 minuten over half 1
C
4 minuten over half 2
D
8 minuten over 6
Slide 23 - Quizvraag
A
9 over half 3
B
6 voor kwart voor 3
C
14 minuten over 8
D
9 over half 2
Slide 24 - Quizvraag
A
kwart voor 11
B
10:15
C
11:45
D
kwart over 11
Slide 25 - Quizvraag
A
9 minuten over 10 voor 11
B
59 minuten over 10
C
1 minuut voor 11
D
1 minuut voor 10
Slide 26 - Quizvraag
A
13 minuten over 4
B
13 minuten over 5
C
2 minuten voor kwart over 6
D
17 minuten over 1
Slide 27 - Quizvraag
A
2 minuten voor kwart voor 3
B
13 over half 2
C
13 over half 3
D
23 minuten over half 2
Slide 28 - Quizvraag
A
14 over 3
B
3 over twee
C
1 minuut voor kwart over 3
D
14 voor 3
Slide 29 - Quizvraag
Schrijf in digitale tijd
(bijvoorbeeld 11:11)
's avonds!
(bijvoorbeeld 11:11)
's avonds!
Slide 30 - Open vraag
Schrijf in digitale tijd
(bijvoorbeeld 11:11)
's avonds!
(bijvoorbeeld 11:11)
's avonds!
Slide 31 - Open vraag
Schrijf in digitale tijd
(bijvoorbeeld 11:11)
's avonds!
(bijvoorbeeld 11:11)
's avonds!
Slide 32 - Open vraag
Schrijf in digitale tijd
(bijvoorbeeld 11:11)
's avonds!
(bijvoorbeeld 11:11)
's avonds!
Slide 33 - Open vraag
De trein vertrekt over
15 minuten.
Hoe laat vertrekt de trein?
15 minuten.
Hoe laat vertrekt de trein?
A
5 minuten voor tien
B
5 minuten voor half elf
C
5 minuten over elf
D
5 minuten over half tien
Slide 34 - Quizvraag
09-02
28-04
15-06
11-11
12-03
nieuw
jaar
Kerst
