12.6: Gaswisseling bij dieren

Gaswisseling en uitscheiding
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gaswisseling en uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?

-Herhaling
-Uitleg basisstof 12.6
-Aan het werk




Slide 2 - Tekstslide

Onderdelen van de huid
bloedvat
Haar
Kiemlaag
Haarzakje
Haarspiertje
onderhuidsbindweefsel
Zweetklier

Slide 3 - Sleepvraag

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 4 - Sleepvraag

Sleep de blauwe vakken in de juiste vak betreft soort ademhaling
Borstademhaling
Buikademhaling
Bij aanspanning wordt het middenrif platter.
Wanneer de tussenribspieren samentrekken, bewegen de ribben en het borstbeen omhoog en naar voren.
De ribben en het borstbeen bewegen dan omlaag en naar achteren.
De organen in de ....... kunnen hun plek naar boven weer innemen waardoor het middenrif bol komt te staan. De ruimte in de borstholte en de longen worden hierdoor kleiner.

Slide 5 - Sleepvraag

Inademen met de buikademhaling gebeurt in vier stappen.  Zet de stappen in de goede volgorde.
1
2
3
4
Het middenrif spant zich aan en beweegt omlaag.
De borstholte wordt groter.
De longen worden groter.
Lucht stroomt naar binnen.

Slide 6 - Sleepvraag

Welke onderdelen vallen onder het inwendige milieu? En welke onder het uitwendige milieu? Sleep naar het juiste vak!
Inwendig milieu
Uitwendig milieu
Lucht in de longen
Weefselvloeistof
Voedselbrij in de darmen
Bloedplasma

Slide 7 - Sleepvraag

Leerdoelen

  • Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij gewervelde dieren.
  • Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij insecten.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Reptielen, vogels en zoogdieren
Reptielen, vogels en zoogdieren halen adem met hun longen

Met hun longen kunnen deze dieren zuurstof uit de lucht halen. 

Reptielen en zoogdieren die in de zee leven moeten dus regelmatig boven water komen om te ademen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vissen
Halen zuurstof uit het water met kieuwen

De kieuwen bestaan uit heel veel kieuwplaatjes. Daarin stroomt bloed. De kieuwen zijn beschermd door kieuwdeksels

Water --> in de mondholte / uit langs de kieuwen. Kieuwdeksels gaan open en dicht.
Zuurstof gaat vanuit het water naar het bloed in de kieuwen. De kieuwplaatjes werken als longblaasjes.

Slide 12 - Tekstslide

Amfibieën
Amfibieën veranderen tijdens hun leven, in het begin lijken ze erg op vissen.  (= kieuwen)

Volwassen amfibieën leven in het water en op het land. Ze halen adem met longen en door de huid. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Insecten
Een insect heeft allemaal buisjes in zijn lichaam -> tracheeën.
Hierdoor gaat lucht naar alle delen van het insect.

De cellen nemen zuurstof op en geven koolstofdioxide af. 

Slide 15 - Tekstslide

Insecten
In de huid zitten kleine openingen -> stigma's. Bij zo'n stigma start een trachee. 

Een stigma zit vaak in het achterlijf van een insect. 
Door het achterlijf te trillen stroomt lucht de tracheeën in en uit. 

Slide 16 - Tekstslide

Aantekening
Kieuw: Ademhalingsorgaan waarmee dieren onder water ademhalen.
Trachee: Luchtbuis in het lichaam van een insect.
Stigma: Opening waardoor lucht in een trachee komt.


Slide 17 - Tekstslide

Aan het (huis)werk

Lees blz. 242 t/m 251
Maak basisstof 12.6: opdracht 1, 2, 4, 5, 7, 8, 9

Klaar?
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Huid/huid.htm
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Ademhalingsstelsel/ademhalingsstelsel.htm

















Slide 18 - Tekstslide