BS 4 Spieren

BS 4 Spieren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

BS 4 Spieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Spieren
Veel spieren zitten aan botten vast met skeletspieren. Door deze skeletspieren beweeg je je lichaam. 

Alle skeletspieren samen vormen je spierstelsel

Slide 3 - Tekstslide

De opbouw van een spier

Slide 4 - Tekstslide

Spieropbouw
De spier bestaat uit een aantal spierbundels. Deze bundels bestaan weer uit spiervezels. Elke spiervezel is ontstaan door samensmelting van heel veel spiercellen dus bevat veel celkernen.
Elke spierbundel is omgeven door bindweefsel. Ook om de hele spier ligt een laag bindweefsel: de spierschede. Het bindweefsel geeft stevigheid aan de spierbundel en de spier. 
Aan de beide uiteinden van de spier gaat het bindweefsel van de spierschede over in de pezen. Hiermee zit de spier aan de botten vast.

Slide 5 - Tekstslide

Spierwerking

Slide 6 - Tekstslide

Spierwerking
De plaats waar een pees aan een bot vastzit, heet de aanhechtingsplaats. De pees zelf kan niet samentrekken, maar spier wel. De spier krijgt een seintje van zenuwcellen en trekt dan samen. De spier wordt dan korter en dikker en trekt dan de botten waar hij aan vastzit naar elkaar toe. Zo ontstaat een beweging. Voor het samentrekken is energie nodig. Bij meer inspanning, meer spiervezels samen en veel verbranding. 

Slide 7 - Tekstslide

Antagonistisch paar
Er zijn twee spieren nodig om de botten van elkaar af en aan te bewegen. 
De buigspier en trekspier. Spieren met een tegengesteld effect heeft, noem je een antagonistisch paar.

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak basisstof 4 thema 5.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel behaald?
Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.

Slide 10 - Tekstslide