De plaats waar een pees aan een bot vastzit, heet de aanhechtingsplaats. De pees zelf kan niet samentrekken, maar spier wel. De spier krijgt een seintje van zenuwcellen en trekt dan samen. De spier wordt dan korter en dikker en trekt dan de botten waar hij aan vastzit naar elkaar toe. Zo ontstaat een beweging. Voor het samentrekken is energie nodig. Bij meer inspanning, meer spiervezels samen en veel verbranding.