Hoofdstuk 3 paragraaf 3

Eco klas 4

Wat gaan we doen?

Startopdracht:

Nakijken  paragraaf 2

Uitleg paragraaf 3




1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eco klas 4

Wat gaan we doen?

Startopdracht:

Nakijken  paragraaf 2

Uitleg paragraaf 3




Slide 1 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 3.2
  • Hoe bereken je het bruto- en nettoresultaat?
  • Wat is de arbeidsproductiviteit en hoe kan die toenemen?
  • Wat is de productiecapaciteit van een bedrijf?

Slide 2 - Tekstslide

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 2)
Eén van de manieren om kosten te verlagen is het verhogen van de arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit:
De productie per werknemer in een bepaalde tijd

Slide 3 - Tekstslide

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 2)
  • Kostprijs per product daalt!!

Slide 4 - Tekstslide

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 2)
Hoe kun je de arbeidsproductiviteit verhogen?
  • Technologische ontwikkelingen
  • Arbeidsverdeling
  • Scholing
  • Prestatiebeloning
Arbeidsverdeling:
Het werk wordt zo verdeeld, dat iedereen doet waar hij goed in is. Iedereen heeft zijn eigen specialisatie.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 19
Vraag 18
3.2 Hoeveel levert het op? (deel 2)
Berekenen arbeidsproductiviteit
Totale productie in een periode
aantal werkenden
Vraag 17

Slide 6 - Tekstslide

3.2 We gaan voor de winst (deel 3)

Slide 7 - Tekstslide

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 3)
De arbeidsproductiviteit is verhoogd, toch kunnen de indianen niet nog meer produceren.
  • De maximale productiecapaciteit is bereikt
Productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.

Slide 8 - Tekstslide

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 3)
Productiecapaciteit is afhankelijk van:
  • Het aantal mensuren dat er in het bedrijf gewerkt wordt
  • De kapitaalgoederen die worden gebruikt

Slide 9 - Tekstslide

3.2 Hoeveel levert het op? (deel 3)
Door verhoging van de arbeidsproductiviteit kan de productiecapaciteit beter worden benut, maar niet worden vergroot.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen 3.3
  • Hoe beïnvloeden vraag, aanbod en prijs elkaar?
  • Hoe kun je vraag en aanbod in een grafiek weergeven?
  • Hoe kan de overheid de markt beïnvloeden?

Slide 12 - Tekstslide

3.3 De markt op! (deel1)
2 Soorten markten:
  • Concrete markt

    • Deze kun je bezoeken (weekmarkt, winkel)
    • Abstracte markt
    • Het geheel van alle vraag en aanbod naar een bepaald product (telefoonmarkt)

    Slide 13 - Tekstslide

    3.3 De markt op! (deel1)
    • Evenwichtsprijs

      • Evenwichtshoeveelheid
      De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn
      Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs

      Slide 14 - Tekstslide

      Vraag
      Prijs (€)                 Vraag (x1000)
      25                                1
      22,50                          2
      20                               3

      Aanbod
      Prijs (€)         Aanbod (x1000)
      25                   3
      22,50             2
      20                   1

      Slide 15 - Tekstslide

      Vraag & aanbod
      1. Vraag naar producten ↓       →      prijs ↓

      2. Vraag naar producten ↑      →      prijs ↑

      3. Aanbod van producten ↓   →       prijs ↑

      4. Aanbod van producten ↑   →       prijs ↓

      Slide 16 - Tekstslide

      Slide 17 - Tekstslide

      3.3 De markt op! (deel1)
      • Er is een groot feest op de jaarmarkt hierdoor is de vraag naar bekers groter. Wat gebeurt er met de prijs?
      • Is het interessant om ook bekers te gaan verkopen
      • Er is een nieuwe aanbieder van bekers op de markt gekomen. Wat gebeurt er met de prijs?

        Slide 18 - Tekstslide

        3.3 De markt op! (deel1)
        • Wanneer kun je het beste het systeem van vraag, aanbod en reactie in de prijs laten werken?
        • Als je producten en prijzen goed met elkaar kunt vergelijken (-> transparante markt)

          Slide 19 - Tekstslide

          Aan het werk!

          Maken:
          t/m opgave 35
          Neem  de grafiek van 
          som 30 B over!!!


          Eventueel:
          Oefenopgaven 21 t/m 25

          Slide 20 - Tekstslide