Percentages

Percentages
Pak je Ipad en aantekeningenschrift
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Percentages
Pak je Ipad en aantekeningenschrift

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de modus?
1, 1, 3, 6, 1, 3, 4
timer
0:30
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de mediaan?
1, 2, 3, 3, 4, 5, 6, 6
timer
0:30
A
3
B
3,5
C
4
D
6

Slide 3 - Quizvraag

Vandaag
  • Start (5 min)
  • Uitleg (15 min)
  • Zelfstandig werken (20 min)
  • Uitleg (10 min)
  • Zelfstandig werken (25 min)
  • Afsluiting (5 min)

Slide 4 - Tekstslide

Procenten
Procent -> pro = per, cent = honderd


Slide 5 - Tekstslide

Procenten
Procent -> pro = per, cent = honderd

36% = 

Slide 6 - Tekstslide

Procenten
Procent -> pro = per, cent = honderd

36% = 
10036=259

Slide 7 - Tekstslide

Aantekening 9.2 procenten
Van percentage naar breuk: percentage wordt teller, 100 wordt noemer
15% = 

Van breuk naar procent: Maak van de noemer 100, teller wordt percentage
                             16%

Van procent naar kommagetal: delen door 100
34% = 0,34
10015=203
254=10016=
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf 28% als breuk, vereenvoudig zo ver mogelijk
timer
0:45

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de breuk als percentage
503
timer
0:45

Slide 10 - Open vraag

Schrijf 0,231 als percentage
timer
0:45

Slide 11 - Open vraag


91 
timer
0:30
A
9%
B
11%
C
19%
D
90%

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf de breuk als percentage
91 

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de breuk als percentage
115 
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Schrijf de breuk als percentage
115

Slide 15 - Tekstslide

Bettermarks
  • Ga aan de slag met de opgaven van 9.2
  • T/m opgave 10 moet lukken
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Vragen? Steek je vinger op
  • Tot 9:10

Slide 16 - Tekstslide

Ga terug naar LessonUp
Pak ook je aantekeningenschrift

Slide 17 - Tekstslide

Aantekening: 9.2 Percentages berekenen
Om percentages te berekenen gebruiken we een verhoudingstabel.

Vb: Een stadion is voor 45% gevuld. Er zitten 9000 mensen in het stadion. Bereken hoeveel mensen in het stadion kunnen:


Aantal
9000
200
20000
%
45
1
100
timer
4:00

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel is 40% van 600?
timer
0:45

Slide 19 - Open vraag

Peter krijgt €75,- opslag. Dit is gelijk aan een opslag van 2,5% ten opzichte van zijn oude loon.
Bereken hoeveel Peter voor de opslag verdiende.
timer
1:30

Slide 20 - Open vraag

Opdracht
Peter krijgt €75,- opslag. Dit is gelijk aan een opslag van 2,5% van zijn oude loon. Bereken hoeveel Peter voor de opslag verdiende.

Slide 21 - Tekstslide

Andere manier percentages berekenen
16 van de 23 leerlingen in een klas zijn jongens. Bereken het percentage jongens in de klas.

Slide 22 - Tekstslide

Andere manier percentages berekenen
16 van de 24 leerlingen in een klas zijn jongens. Bereken het percentage jongens in de klas.
percentage=geheeldeel  100

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Ga aan de slag met de opgaven van 9.2
  • Overleg met je buurman/buurvrouw
  • Vragen of klaar? Steek je vinger op 
  • Tot het eind van de les

Slide 24 - Tekstslide