3.2 Vast, tijdelijk of zelfstandig?

Thema werk: Dienstverbanden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema werk: Dienstverbanden

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een werkgever en een werknemer?
Werkgever
Werknemer
Een bedrijf
Een persoon (jij)

Slide 2 - Sleepvraag

Doelen
Aan het eind van de les:

- Kan je uitleggen welke verschillen er zijn tussen vast, tijdelijk of als zelfstandige werken.
_ Uitleggen wat het verschil is tussen netto- en brutoloon en inkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst
Als je voor een werkgever werkt en loon krijgt, heb je een dienstverband.
Een ander woord is arbeidsovereenkomst.

Slide 4 - Tekstslide

Vast, tijdelijk of zelfstandig? 
Welk dienstverband heb jij (ooit gehad?)
Wat zijn de kenmerken van jouw dienstverband?

Slide 5 - Tekstslide

Vaste dienst
Tijdelijke dienst
zzp'er
Dienstverband onbepaalde tijd
Geen einddatum in het contract
Zekerheid
Elke maand een vast bedrag
Dienstverband voor bepaalde tijd
Einddatum in contract
Minder zekerheid
Zelf bepalen hoeveel uren je werkt
Zelf bepalen bij welke opdrachtgever je werkt
Veel vrijheid
Nieuwe opdrachten zoeken

Slide 6 - Sleepvraag

Welk dienstverband spreekt jou het meest aan en waarom?

Slide 7 - Open vraag

Ik heb arbeidsovereenkomst voor 1 jaar, ik word per uur betaald en ik mag in principe niet tussendoor stoppen. Mijn dienstverband is:
A
Vast
B
Tijdelijk
C
Zelfstandig
D
ZZP

Slide 8 - Quizvraag

Ik heb geen arbeidsovereenkomst, ik bepaal zelf hoeveel uur ik werk, ik moet steeds nieuwe opdrachten vinden. Mijn dienstverband is:
A
Vast
B
Tijdelijk
C
Zelfstandig
D
ZZP

Slide 9 - Quizvraag

Ik ben in dienst, ontvang iedere maand hetzelfde salaris en ik kijk wel wanneer ik stop. Mijn dienstverband is:
A
Vast
B
Tijdelijk
C
Zelfstandig
D
ZZP

Slide 10 - Quizvraag

Wat weet je al... het salaris dat op je rekening gestort wordt is...
A
netto
B
bruto

Slide 11 - Quizvraag

Loonstrook            brutosalaris


Aftrek verzekeringspremies + loonheffing

                                 Over: nettosalaris
Verzekeringspremies: 
premies voor sociale verzekeringen
- pensioen
- ziektewet
- arbeidsongeschiktheid
- werkloosheid
Loonheffing = belasting op inkomsten

Slide 12 - Tekstslide

Na aftrek of inhouding van de belastingen en premies                               Nettosalaris


Op je bankrekening
bijvoorbeeld 2000 euro
= 1500 euro

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Welke toeslagen zijn er?

Slide 16 - Open vraag

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Tekstslide