Quiz H5 2024

Quiz H5
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Quiz H5

Slide 1 - Tekstslide

Welke beroepen ontstaan er tijdens de Middeleeuwen?
A
Boer en piloot
B
Bierbrouwer en kleermaker
C
Stratenmaker en duiker
D
Piloot en horlogemaker

Slide 2 - Quizvraag

Welk gevolg hadden de verbeteringen in de landbouw?
A
Meer voedsel, meer mensen nodig in de landbouw
B
Minder voedsel, minder mensen nodig in de landbouw.
C
Meer voedsel, minder mensen nodig in de landbouw
D
Geen gevolgen

Slide 3 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding.
A
Halsjuk
B
Ontginnen
C
Meesterproef
D
Hanze

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer was de Eerste Kruistocht?
A
1096-1099
B
1099-1100
C
1100-1114
D
500-1000

Slide 5 - Quizvraag

Waardoor ontstond er meer handel tijdens de Middeleeuwen?
A
De Vikingen stopten met hun aanvallen en landbouwoverschotten
B
Mensen waren bang voor de Vikingen
C
Landbouwoverschotten en mensen wilden van hun spullen af
D
Dat moest van de heer

Slide 6 - Quizvraag

Waar ontstonden in de Middeleeuwen geen steden?
A
Bij een rivier
B
Een kruispunt van wegen
C
Een kasteel
D
Onveilige plek

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ambacht?
A
Een beroep waarbij je op kantoor zit
B
Een functie in het leger
C
Een beroep waarbij je 1 onderdeel van een product maakt.
D
Een beroep waarbij je een product met de handen maakt

Slide 8 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding.
A
Gilden
B
Hanze
C
Handel
D
Stadsrechten

Slide 9 - Quizvraag

Om een beroep uit te oefenen moest je tijdens de middeleeuwen het volgende doen:
A
Belasting betalen en hard werken
B
Een meesterproef halen en lid worden van een gilde
C
Goedkope producten maken
D
Een diploma halen

Slide 10 - Quizvraag

De toets gaat over hoofdstuk 5, maar hoe noemen we dit tijdvak?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
De tijd van ontdekkers en hervormers
C
De tijd van pruiken en revoluties
D
De tijd van steden en staten

Slide 11 - Quizvraag

Waar liggen de meeste Hanze-steden?
A
In het binnenland
B
Op heuvels en bergen
C
Aan de kust en rivieren
D
Op eilanden

Slide 12 - Quizvraag

Als iemand iets overkwam tijdens de Middeleeuwen kwam dat door?
A
De buurman
B
Hemzelf
C
God
D
De duivel

Slide 13 - Quizvraag

Een middeleeuwse stad was moeilijk te veroveren, waarom?
A
De meeste steden lagen hoog in de bergen
B
De meeste steden hadden heel veel soldaten
C
De meeste steden hadden een dikke en hoge muur
D
Omdat oorlog heel erg duur is

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noemen we een kerk waar een bisschop zetelt?
A
Kerk
B
Synagoge
C
Kathedraal
D
Notre Dame

Slide 15 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding.
A
Gilde
B
Hanze
C
Halsjuk
D
Meesterproef

Slide 16 - Quizvraag

Wat mocht een middeleeuwse stad met stadsrechten niet doen?
A
Een markt organiseren
B
Een stadsmuur bouwen
C
Rechtspreken
D
Zich met godsdienst bemoeien

Slide 17 - Quizvraag

Hoe verspreidde de pest?
A
Via besmet bloed
B
Via het eten van mensen
C
Via de handel waardoor de bacterie snel op een andere plek is.
D
Via de lucht

Slide 18 - Quizvraag

Er stierven miljoenen mensen aan
de pest. Waardoor maakte de pest
zoveel slachtoffers?
Kies het juiste antwoord.
A
De mensen dachten dat de pest een straf van God was. Daarom wilden ze de zieken niet helpen, want ze dachten dat God dan nog bozer zou worden.
B
Alleen arme mensen stierven aan de pest. Dat kon de rijke mensen weinig schelen en dus kregen de arme mensen geen hulp.
C
Men wist niet wat de oorzaak van de ziekte was. Daardoor kon er geen goede manier bedacht worden om de ziekte uit te roeien.
D
Mensen waren nog niet ingeënt tegen de pest.

Slide 19 - Quizvraag

Er lopen varkens door de stad.
Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel jaar duren de middeleeuwen?
A
500
B
1000
C
1500
D
750

Slide 21 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de omschrijving:

'Het recht van de inwoners van een stad om hun eigen stad te besturen'
A
Burgerrechten
B
Stadsrechten
C
Dorpsrechten
D
Inwonerrechten

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een gevolg van de Eerste Kruistocht?
A
Minder handel tussen Europa en de Arabische wereld
B
Oorlog tussen Rusland en Oekraine
C
Meer handel tussen Europa en de Arabische wereld
D
Jeruzalem komt in islamitische handen

Slide 23 - Quizvraag

Geef een aantal voorbeelden van stadsrechten
A
Handelen, muur bouwen en zelf koning kiezen
B
Muur bouwen, zelf koning kiezen en eigen munt slaan
C
Muur bouwen, eigen munt slaan en zelf stad besturen
D
Eigen munt slaan, eigen stad besturen en geen belasting betalen

Slide 24 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de afbeelding.
A
De griep
B
De zwarte dood
C
Kater
D
Corona

Slide 25 - Quizvraag