BK1 thema 3 BS 3 Beenverbindingen

BS 3 Beenverbindingen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BS 3 Beenverbindingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de naam van bot C ?
A
opperarmbeen
B
dijbeen
C
scheenbeen
D
knieschijf

Slide 2 - Quizvraag

Als deze stof uit het bot verdwijnt, dan wordt het bot veel te buigzaam
A
kalk
B
lijmstof
C
water
D
bloed

Slide 3 - Quizvraag

De botten van een bejaarde hebben meer kalk dan de botten van een baby.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de naam van bot G?
A
opperarmbeen
B
dijbeen
C
scheenbeen
D
knieschijf

Slide 6 - Quizvraag

demonstratie

Slide 7 - Tekstslide

B3 Beenverbindingen/ Gewrichten
Leerdoelen: 

  • Je kunt 4 beenverbindingen beschrijven
  • Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven
  • Je kunt de werking van een kogelgewricht en een scharniergewicht  beschrijven

Slide 8 - Tekstslide

Beenverbindingen
Botten in je lichaam zitten aan elkaar vast. Dit noem je de beenverbindingen
Er zijn vier soorten beenverbindingen. 
Sommige zijn beweegbaar, andere niet. 

Slide 9 - Tekstslide

4 beenverbindingen
1: vergroeid
2: met een naad
3: met kraakbeen
4: met een gewricht

Slide 10 - Tekstslide

Fontanellen bij baby

Slide 11 - Tekstslide

Wel of geen beweging mogelijk? 
Checklist
4 beenverbindingen zijn:
  • Naadverbinding ( fontanellen in schedel) = Geen beweging 
  • Vergroeid ( heiligbeen en staartbeen) = Geen beweging 
  • Kraakbeen (tussenwervelschijven met kraakbeen tussen wervels) =  Beetje beweging 
  • Gewrichten (verbinding tussen 2 botten) = Veel beweging 

Slide 12 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: Vlies rondom de botten. Houdt botten bij elkaar.
Binnenkant van gewrichtskapsel geeft gewrichtssmeer (stroperige vloeistof) af zodat botten soepel kunnen bewegen

Kapselbanden: extra stevigheid bij gewrichten, houd botten op hun plek

Slide 13 - Tekstslide

Bouw van een gewricht
Een gewricht is een verbinding tussen twee botten. Aan de ene kant van het gewricht zit een 
gewrichtskogel en andere kant een 
gewrichtskom
De gewichtskogel beweegt in de 
gewrichtskom.
Door gewrichten kunnen botten bewegen.

Slide 14 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: zorgt voor soepel gewricht, afgegeven door kapselbanden

Kraakbeenlaagje: beschermt botten tegen slijtage

Slide 15 - Tekstslide

 2 gewrichten die je moet kennen:
  • Er zijn 3 soorten gewrichten.

  • Met elk soort gewricht kun je een  beweging in een andere richting maken.

1. Kogelgewricht *
2. Scharniergewricht*
3. Rolgewricht

Slide 16 - Tekstslide

Scharniergewricht
De gewrichten bewegen als een soort scharnier (denk aan deur): vingerkootjes, knie, elleboog.

Alleen de beweging heen en terug is mogelijk

Slide 17 - Tekstslide

Kogelgewricht
Beweging mogelijk in alle richtingen: heup, schouder

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de meest beweeglijke verbinding tussen botten?
A
kraakbeenverbinding
B
naadverbinding
C
gewricht
D
vergroeiing

Slide 19 - Quizvraag

Bij een naadverbinding is .... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
Een klein beetje
C
Veel

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de functie van de kapselbanden?
A
Stevigheid
B
Soepel bewegen
C
Schokdemper
D
Botten op zijn plek houden

Slide 21 - Quizvraag

Wat voor soort gewricht is dit?

A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Beengewricht
D
Kraakgewricht

Slide 22 - Quizvraag

Wat voor soort gewricht is dit?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Geen van allen

Slide 23 - Quizvraag

Aan het werk:
 Lezen BS 3 en maken opdrachten: 1, 2, 3, 4, 6, 7



Slide 24 - Tekstslide