In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
De koning van ............................. , Filips II, was de landsheer van de Nederlanden. In 1568 brak een opstand tegen hem uit, dit had twee redenen:
1 . De koning wilde de Nederlanden vanuit één punt besturen: ............................................. Hiernaast moesten alle wetten overal gelijk zijn.
2. ......................................... werden streng gestraft om hun geloof.
De leider van de opstand was .............................. . Hij werd geholpen door de .....................................................
In 1581 besloten de zeven noordelijke gewesten dat zij Filips II niet meer als landsheer wilden. In de actie van .......................................... vertelden ze waarom: een koning die slecht is voor zijn volk hoef je niet trouw te blijven. In het jaar ............ vormden zij een nieuw land: .....................................................................................
Dit land werd bestuurd door de staten-....................................... , een vergadering van vertegenwoordigers. Zij namen beslissingen over de buitenlandse politiek en het leger. Andere zaken mochten gewesten zelf regelen.
Nederland
Spanje
1648
1588
Protestanten
katholieken
Watergeuzen
Duitsers
Willem-Alexander
Willem van Oranje
Brussel
Madrid
Generaal
Majoor
Republiek der zeven verenigde Nederlanden
Koninkrijk der Nederlanden
Verlatinghe
Utrecht
Slide 2 - Sleepvraag
Slide 3 - Tekstslide
Het verlagen van belasting op handel
A
Gewestelijk bestuur
B
Staten generaal
Slide 4 - Quizvraag
De republiek verklaart de oorlog aan Denemarken
A
Gewestelijk bestuur
B
Staten generaal
Slide 5 - Quizvraag
Wie heeft hier het meeste werk aan?
A
De raadspensionaris
B
De stadhouder
Slide 6 - Quizvraag
Continuïteit en verandering
Tijd van regenten en vorsten
Historische vaardigheid
Toepassing kennis
Slide 7 - Tekstslide
Er veranderde veel voor Nederland na de opstand. Sommige dingen bleven echter wel hetzelfde. Welk begrip past hierbij?
A
Verandering en voortzetting
B
Verandering en continuïteit
C
Evolutie en continuïteit
D
Evolutie en voortzetting
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Video
Verandering
Iets dat verschilt met de periode hiervoor.
Slide 10 - Tekstslide
Continuïteit
Iets dat hetzelfde blijft in de nieuwe periode
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welk onderdeel van deze foto past bij verandering?
Slide 13 - Open vraag
Welk onderdeel van deze foto past bij continuïteit?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Welk onderdeel van deze foto past bij verandering?
Slide 16 - Open vraag
Welk onderdeel van deze foto past bij continuïteit?