Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Parlementairdemocratie-herhalingsles
Parlementaire democratie quiz
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Parlementaire democratie quiz
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma vandaag
Herhaling begrippen parlementaire democratie quiz
Werkboekopdrachten
Vragen/ afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
1:Uit welke twee onderdelen bestaat het kabinet?
A
Ministers+de koning
B
Ministers+ staatssecretarissen
C
Staatssecretarissen +koning
D
Ministers+ ambtenaren
Slide 3 - Quizvraag
2:Welke partijen zitten er op dit moment in het kabinet?
A
PVDA+VVD+D66
B
VVD+CDA+D66+ Groenlinks
C
Groenlinks+D66+PVDA
D
VVD+CDA+CU+D66
Slide 4 - Quizvraag
https:
Slide 5 - Link
3:Waarom is het opmerkelijk dat Van Rijn was benoemd als minister?
A
Omdat hij eerder minister is geweest
B
Hij heeft eerder fouten gemaakt
C
Hij is geen lid van een coalitiepartij
D
Het is niet zijn vakgebied
Slide 6 - Quizvraag
4:Uit welke twee onderdelen bestaat de regering?
A
Ministers+ staatssecretarissen
B
Minister president+ Koning
C
Ministers+Koning
D
Minister+ambtenaren
Slide 7 - Quizvraag
5: De volgende partijen zijn allemaal oppositiepartijen
A
VVD+CDA+CU
B
Denk+SGP+CU
C
D66+Groenlinks+PVDA
D
PVDD+Forum+50 plus
Slide 8 - Quizvraag
6: Waaruit uit bestaat de Staten-Generaal?
A
Tweede Kamer+ Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste Kamer
D
Koning+Ministers
Slide 9 - Quizvraag
7: Welk recht heeft de Eerste Kamer niet?
A
Motie
B
Parlementaire enquête
C
Stemrecht
D
Recht van initiatief
Slide 10 - Quizvraag
8: Wat betekent het recht van amendement?
A
De rijksbegroting goed of afkeuren
B
Verzoek aan de minister om iets te doen
C
Een wijzigingsvoorstel op een wetsvoorstel
D
Recht om vragen te stellen
Slide 11 - Quizvraag
9: Een kenmerk van de sociaal-democratische stroming is..
A
Persoonlijke vrijheid
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis
C
Bescherming van de zwakkeren
D
Zorgzame samenleving.
Slide 12 - Quizvraag
10: Met rentmeesterschap wordt bedoeld
A
Geen rente vragen over producten
B
Goed zorgen voor de aarde die in bruikleen is
C
Wel rente vragen over producten
D
Goed zorgen voor je naasten
Slide 13 - Quizvraag
11: Wat betekent het woord constitutionele in het begrip constitutionele monarchie?
A
De koning heeft absolute macht
B
De koning heeft geen macht
C
Een land met een monarchie
D
Macht koning vastgelegd in grondwet
Slide 14 - Quizvraag
12: Bij verkiezingen mag je stem uit brengen voor de samenstelling van
A
Kabinet
B
Tweede Kamer
C
Regering
D
Burgemeester
Slide 15 - Quizvraag
13: Bij Europese verkiezingen mag je stem uit brengen op een kandidaat
A
Eurocommissaris
B
Europese Minister
C
Tweede Kamerlid
D
Euro Parlementariër
Slide 16 - Quizvraag
14: In de gemeente heb je stemrecht om.............. te kiezen
A
Gemeenteraadsleden
B
A en C zijn goed
C
Burgemeester
D
Statenleden
Slide 17 - Quizvraag
15: De bestuurders binnen de provincie heten
A
Statenleden+ wethouders
B
Burgemeester+ wethouders
C
Gedeputeerden+ Commissaris v.d Koning
D
Ministers+ staatssecretarissen
Slide 18 - Quizvraag
16: De volksvertegenwoordigers binnen de provincie heten:
A
Gedeputeerden
B
Ambtenaren
C
Wethouders
D
Statenleden
Slide 19 - Quizvraag
17: De Statenleden kiezen de leden voor de Eerste Kamer dit noem je:
A
Directe verkiezingen
B
Benoeming
C
Fraude
D
Getrapte verkiezingen
Slide 20 - Quizvraag
18: De functie van wethouder is te vergelijken met de functie van
A
Statenlid
B
Minister
C
Koning
D
Gemeenteraadslid
Slide 21 - Quizvraag
19: Een demissionair kabinet
A
moet nog benoemd worden
B
is benoemd voor vier jaar
C
is er voor een kabinetscrisis
D
handelend alleen lopende zaken af
Slide 22 - Quizvraag
20: Het parlement heeft......... leden
A
150
B
75
C
225
D
250
Slide 23 - Quizvraag
21 Het kabinet wordt gecontroleerd door:
A
De regering
B
Ministers
C
Het parlement
D
Europees Parlement
Slide 24 - Quizvraag
22: Op Prinsjesdag wordt .............voorgelezen en de ............gepresenteerd
A
rede, miljardennota
B
planning en kosten
C
begroting, plannen
D
troonrede, miljoenennota
Slide 25 - Quizvraag
23: Thierry Baudet maakt deel uit van
A
Eerste Kamer
B
Kabinet
C
Tweede Kamer
D
Regering
Slide 26 - Quizvraag
24: De functie van minister op Europees niveau noem je:
A
Eurocommissaris
B
Europese Raad
C
Europarlementarier
D
Europese Ministers
Slide 27 - Quizvraag
25: Geert Wilders maakt deel uit van:
A
Coalitie
B
Kabinet
C
Oppositie
D
Eerste Kamer
Slide 28 - Quizvraag
Hoeveel vragen had je goed? Wat vond je van deze les?
Slide 29 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Parlementairdemocratie-herhalingsles
Juni 2021
- Les met
18 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Parlementaire democratie - herhalingsles
Maart 2021
- Les met
29 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Parlementairdemocratie-herhalingsles
November 2020
- Les met
25 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhalingsles Parlementaire Democratie
Januari 2022
- Les met
28 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Parlementairdemocratie-herhalingsles
December 2020
- Les met
32 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Toetsvoorbereiding-vwo4
December 2022
- Les met
41 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Herhalingsles parlementaire democratie Quizzzz
Januari 2021
- Les met
22 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Parlementairdemocratie-herhalingsles
Oktober 2020
- Les met
23 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4