Economie hoofdstuk 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

2.4 - Wordt alles duurder?

Welvaart en koopkracht

Welvaart:

• De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
  

Koopkracht:

• De hoeveelheid producten die je kunt kopen met je inkomen.

Als prijzen van producten stijgen, maar jouw inkomen niet. Wat gebeurt er dan met je koopkracht?

1. Je koopkracht wordt minder
2. Je koopkracht wordt meer
3. Je koopkracht blijft gelijk

inflatie

Wanneer producten duurder worden, spreek je van inflatie.

Stel je voor: je hebt €100 euro. Door inflatie is die €100 over een jaar:

1. Minder waard
2. Meer waard

De prijzen van Iphones stijgen met 10% en je loon stijgt met 12%. Gaat je koopkracht omhoog of omlaag?

1. Omhoog
2. Omlaag

Je loont daalt met 2%, de prijzen van boodschappen dalen met 3%. Gaat je koopkracht omhoog of omlaag?

1. Omhoog
2. Omlaag

Hoe bereken je een stijging/daling van prijzen in %?

Nieuw - oud

-------------      x  100%

         oud

Bereken: vorig jaar kreeg je €50 zakgeld per maand, nu krijg je €55. Hoeveel % krijg je meer zakgeld?

1. 5%
2. 10%
3. 7,5%
4. 12,5%

Bereken: je verdiende eerst €3,10 per uur. Nu verdien je €3,41. Hoeveel % verdien je nu meer?

1. 4%
2. 7,6%
3. 10%
4. 16,5%