Heb je vragen dan stel je die gewoon. Microfoon even aanzetten ;)
Let goed op, want ik kan ook een vraag aan jou stellen.
Doe serieus mee!!!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Afspraken:
LessonUp deel ik met jullie via Teams.
De antwoorden geven jullie m.b.v. je mobiel.
Ga niet tijdens de les chatten.
Heb je vragen dan stel je die gewoon. Microfoon even aanzetten ;)
Let goed op, want ik kan ook een vraag aan jou stellen.
Doe serieus mee!!!
Slide 1 - Tekstslide
Hoort deze grafiek bij een periodiek verband?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Hoe groot is de periode van deze grafiek?
A
30 m
B
20 seconden
C
40 seconden
D
120 seconden
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de evenwichtsstand?
A
0 seconde
B
0 meter
C
20 meter
D
15 meter
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de amplitude?
A
0 meter
B
15 meter
C
20 meter
D
40 meter
Slide 5 - Quizvraag
wordt Is de grafiek omhoog of omlaag verschoven?
y=x2+4
y=x2+7
A
omhoog
B
omlaag
Slide 6 - Quizvraag
wordt Hoeveel is de grafiek verschoven?
y=x2+4
y=x2+7
A
4 omhoog
B
7 omlaag
C
3 omhoog
D
3 omlaag
Slide 7 - Quizvraag
Ligt het punt (5, 12) op de grafiek van
y=2x+2
A
JA
B
NEE
Slide 8 - Quizvraag
Ligt het punt (3, 10) op de grafiek van
y=2x+2
A
JA
B
NEE
Slide 9 - Quizvraag
Het punt (5, 12) ligt op de grafiek van De grafiek wordt vermenigvuldigd tov de x-as. De beeldgrafiek gaat door het punt (5, 54). Met welke factor is de grafiek vermenigvuldigd?
y=2x+2
A
1
B
54
C
4,5
D
3,5
Slide 10 - Quizvraag
Wat moet je doen om van te maken (schrijf bv keer 3 of plus 5 op)
Slide 11 - Open vraag
Wat moet je doen om van te maken (schrijf bv keer 3 of plus 5 op)
Slide 12 - Open vraag
Wat moet je doen om van te maken (schrijf bv keer 3 of plus 5 op)
Slide 13 - Open vraag
Wat moet je doen om van te maken (schrijf bv keer 3 of plus 5 op)
Slide 14 - Open vraag
Je verschuift de grafiek van
eerst 3 omhoog en daarna vermenigvuldig je de grafiek met 1,5.
Zet in goede volgorde!
1
2
3
Slide 15 - Sleepvraag
Een somformule is...
A
als je twee of meerdere formules met elkaar vergelijkt
B
als je twee of meerdere formules optelt
C
als je wilt weten hoeveel twee verschillende formules samen zijn
D
als je wilt weten wat het verschil is tussen twee formules
Slide 16 - Quizvraag
Een verschilformule is...
A
als je twee of meerdere formules met elkaar vergelijkt
B
als je twee of meerdere formules van elkaar afhaalt
C
als je wilt weten hoeveel twee verschillende formules samen zijn
D
als je wilt weten wat het verschil is tussen twee formules
Slide 17 - Quizvraag
Maak van de 2 formules een somformule. aantal = 4 - 6t aantal = 4 + 2t Wat is de somformule
A
aantal = 4 + 4t
B
aantal = 8 + 8t
C
aantal = 8 + 4t
D
aantal = 8 -4t
Slide 18 - Quizvraag
a. K= 5w + 20 b. K= 30 + 4w De somformule van formule a. en b. is K= 10 + 1w
A
Niet waar
B
Waar
Slide 19 - Quizvraag
1. Huurprijs in € = 80+250w 2. Huurprijs in € = 20+270w Wat is de somformule van 1+2
A
Totaal = 100+520w
B
Totaal = 320w
C
Totaal = 60+520w
D
Totaal = 620w
Slide 20 - Quizvraag
Maak van de 2 formules een verschilformule. y = 10 - 7x y = 5 + 3x Wat is de verschilformule
A
y = 15 + 10x
B
y = 5 + 10x
C
y = 5 - 10x
D
y = -5 - 10x
Slide 21 - Quizvraag
Maak van de 2 formules een verschilformule. inhoud = 15 + 6p inhoud = -5 + 4p Wat is de verschilformule
A
inhoud = 10 + 6p
B
inhoud = 20 + 2p
C
inhoud = 10 + 2p
D
inhoud = 15 + 2p
Slide 22 - Quizvraag
Einde uitleg
Blijf in Teams!
Ga Extra oefening digitaal maken.
Vragen kun je altijd stellen.
Heb je iets verkeerd gedaan in een opdracht dan kan ik de opdracht altijd opnieuw klaarzetten.