2.9 gebiedende wijs en hoofdletters

Doelen:
*je weet wanneer je hoofdletters gebruikt.  (4 punten)

*je weet hoe je gebiedende wijs moet spellen.

* Je kunt de dicteewoorden spellen en je weet de betekenis ervan
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doelen:
*je weet wanneer je hoofdletters gebruikt.  (4 punten)

*je weet hoe je gebiedende wijs moet spellen.

* Je kunt de dicteewoorden spellen en je weet de betekenis ervan

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Gebiedende wijs 

Slide 3 - Tekstslide

Gebiedende wijs

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdletters

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

hoofdletter
kleine letter
aan het begin van een zin
dagen, maanden en seizoenen
feestdagen
afleidingen van feestdagen
aardrijkskundige namen

Slide 7 - Sleepvraag

hoofdletter
kleine letter
soortnamen afgeleid van aardrijkskundige namen 
eigennamen 
windstreken 
namen voor een specifiek volk
groepen die verwijzen naar een ras, stam of godsdienst

Slide 8 - Sleepvraag

hoofdletter
kleine letter
historische gebeurtenissen
eerste woord van een aanhaling
tijdperken 

Slide 9 - Sleepvraag

Je gebruikt hoofdletters en leestekens om een tekst beter leesbaar te maken
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
Gucci
B
gucci

Slide 11 - Quizvraag

beste mevrouw bekius
In de bovenstaande zin moet...
A
1 hoofdletter
B
2 hoofdletters
C
3 hoofdletters
D
geen hoofdletters

Slide 12 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 13 - Quizvraag

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw Van Beek
B
mevrouw van beek
C
mevrouw van Beek

Slide 15 - Quizvraag

Is de zin goed of fout?

Zij is in januari jarig.



A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
22 Leerlingen zitten in onze klas.
B
22 leerlingen zitten in onze klas.

Slide 17 - Quizvraag

Waar staan de hoofdletters goed?
A
'S middags gaat hij vroeg weg.
B
's Middags gaat hij vroeg weg.
C
's middags gaat hij vroeg weg.

Slide 18 - Quizvraag

'Yes, het is bijna weekend!' schreeuwde Pim
A
Dit citaat is goed
B
Fout, je mist de dubbele punt
C
Fout, je mist de aanhalingstekens
D
Fout, je mist de hoofdletters

Slide 19 - Quizvraag

Weet je wanneer je een hoofdletter moet gebruiken en hoe je de gebiedende wijs spelt?

Slide 20 - Open vraag