Paragraaf 3.2

Paragraaf 3.2, 3.3 en 3.4
Leerdoelen
Het tekenen van schakelingen 
Het meten van spanning en stroom
Begrip weerstand en geleidbaarheid
Rekenen met de wet van Ohm.
Wat is een ohmse weerstand.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.2, 3.3 en 3.4
Leerdoelen
Het tekenen van schakelingen 
Het meten van spanning en stroom
Begrip weerstand en geleidbaarheid
Rekenen met de wet van Ohm.
Wat is een ohmse weerstand.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Schakeling tekenen

Slide 3 - Tekstslide

Welk symbool is dit?
A
Zekering
B
Batterij
C
Voedingskast
D
Weerstand

Slide 4 - Quizvraag

Welk symbool is dit?
A
Stroommmeter
B
Ampèremeter
C
Spanningsmeter
D
Geen van allen

Slide 5 - Quizvraag

Wisselschakelaar

Slide 6 - Tekstslide

Brandt de lamp in de wisselschakeling?
A
JA
B
NEE

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 9 - Tekstslide

Eenheid:
Siemens
      (S)

Slide 10 - Tekstslide

I = 5,0 A en U = 12 V
Hoe groot is de weerstand?

Slide 11 - Open vraag

2 mogelijkheden voor weerstand
Stroomkring wordt aangesloten op spanningsbron. 
Stroom gaat lopen door weerstand. Hierdoor stijgt de temperatuur in de stroomkring
  1. Waarde weerstand blijft constant: ohmse weerstand
  2. Waarde weerstand wordt groter: niet-ohmse weerstand

Slide 12 - Tekstslide

Ohmse weerstand

Slide 13 - Tekstslide

Niet-ohmse weerstand
Met wet van Ohm kan je weerstand bij iedere U en/of I berekenen

Slide 14 - Tekstslide

Welke eenheid heeft spanning?
A
Watt
B
Ampere
C
Ohm
D
Volt

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het symbool van spanning?
A
U
B
I
C
V
D
R

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het symbool van stroomsterkte
A
I
B
Q
C
A
D
C

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de eenheid van stroomsterkte
A
I
B
A
C
V
D
Q

Slide 18 - Quizvraag

U, I en R wat betekenen ze?
Spanning (U) - Volt (V) - Voltmeter
U
Stroomsterkte (I) - Ampère (A) - Ampèremeter
I
Weerstand (R) - Ohm (Ω) 

R

Slide 19 - Tekstslide