Geschiedenis klas 1: (les 34) H4.1 Woonplaats en werkplaats (2) (2021/2022)

Hoofdstuk 4: Steden en Staten 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Steden en Staten 

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Vorige les hebben we het gehad over:

4.1 Woonplaats en Werkplaats

Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

JUIST of ONJUIST: Het ontstaan van steden is een gevolg van het houden van markten om spullen te verkopen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Herhaling 4.1
Stad en Platteland
Doordat er meer voedsel werd geproduceerd =

Leefden mensen langer en gezonder = 

Groeide de bevolking (tussen 1000 en 1300 verdubbelde de Europese bevolking = 

Veel boeren produceerden meer dan ze zelf nodig hadden = 


Dit verkochten ze op een markt= 
Oorzaak
Oorzaak
Gevolg
Gevolg
Gevolg

Slide 5 - Sleepvraag

Oorzaak en gevolg
Wanneer de ene gebeurtenis tot de andere leidt
OORZAAK

GEVOLG
Waardoor het gebeurt
Wat er gebeurt

Slide 6 - Tekstslide

Op welke plekken ontstonden de eerste steden in Nederland?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het tijdvak 'Steden & Staten' kende een...
A
landbouwsamenleving
B
landbouw-stedelijke samenleving

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Handel

  • Er was ontzettend veel handel op de markten in de tijd van steden en staten (1000-1500)

  • Boeren verkochten: Groenten en fruit


  • Ambachtslieden verkochten: Gereedschap


Slide 15 - Tekstslide

Er was op deze markten veel:

  • Vraag (wat iemand wil kopen) en 
  • Aanbod (wat iemand wil verkopen)

Hoe zit dat? Wat is precies het verschil? Een oefening;

Slide 16 - Tekstslide

Dit is een boer uit de middeleeuwen:

Hij verkoopt:
Groenten en melk

Hij is opzoek naar:
Gereedschap om zijn land te bewerken
Groenten en melk te koop!!
Heeft er iemand gereedschap?

Slide 17 - Tekstslide

Oefening!
Dit is een boer uit de middeleeuwen:

Hij verkoopt:
Groenten en Melk =

Hij is opzoek naar:
Gereedschap om zijn land te bewerken =
Vraag
Aanbod

Slide 18 - Sleepvraag

Meer geld:

  • Door de groeiende handel gingen steeds meer mensen met geld betalen
  • Door het handelen maakten de handelaren winst (wat je overhoudt na verkoop)

  • Alle steden hadden hun eigen munten
  • Bij de bank kon je je geld wisselen, bewaren, lenen en uitlenen.
  • Banken liet leners rente betalen =vergoeding voor het lenen van geld

Slide 19 - Tekstslide

Geld in de stad:

  • Elke stad had zijn eigen munt, betalen kon dus echt alleen in deze stad
Groningen (1463)
Arnhem (1272)
Nijmegen (1562)

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit waarom geldwisselaars belangrijk waren voor de handel.

Slide 21 - Open vraag

Samenwerking

Ambachtslieden mochten niet zomaar maken en verkopen wat zij wilden:
  • Ze moesten lid zijn van een gilde, dit was een verenging 'club' van mensen met hetzelfde beroep
  • Voor bijna elk beroep was er een gilde

Was je geen lid van het
gilde
Dan mocht je het beroep niet uitoefenen



Slide 22 - Tekstslide

Metselaarsgilde
Herkennen wij het gilde? ->

Slide 23 - Tekstslide

Herken jij het juiste gilde?
Sleep het juist beroep naar de juiste afbeelding
Schoenmakers-gilde
Slagers-gilde
Bakkers-gilde
Kleermakers-gilde

Slide 24 - Sleepvraag

JUIST OF ONJUIST: Als je geen lid was van het bakkersgilde mocht je alsnog bakker zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Samenwerking en handel

  • Op de markten was vaak handel in producten uit de omgeving
  • Nederlanders deden ook aan internationale handel (tussen verschillende landen)

Steden aan de Noordzee en Oostzee werkten samen in een verbond: De Hanze 

Zij vroegen elkaar geen tol (belasting om de wegen, rivieren en bruggen te gebruiken)



Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Weektaak: Maken opdrachten 4.1
Maak eerst de introductie van H4


Hoe? Alleen, Zelfstandig.

Tijd: 15 minuten

 

timer
15:00
Vragen? Steek je vinger op!
Of stuur een E-mail naar mnt@dr.nassaucollege.nl

Slide 28 - Tekstslide

Wat denk je dat het belangrijkste is wat je deze les hebt geleerd?

Slide 29 - Open vraag

Welke drie dingen deden banken met geld? Noem er minimaal 1

Slide 30 - Open vraag

Wat is een gilde?

Slide 31 - Open vraag

Volgende les: H4.2


Zelfstandige burgers


Slide 32 - Tekstslide