H3 Woche 38

Willkommen
Woche 38
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen
Woche 38

Slide 1 - Tekstslide

Die Planung
- Video
- Hausaufgaben besprechen
- Perfekt (voltooid deelwoord) Aufgabe 11
- Sprechen: Aufgabe 2-4 (Lektion 2)
- Die Wörter wiederholen
- Lesen & hören: Aufgabe 5-7
- Haben/sein/werden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Die Hausaufgaben
Aufgabe 14 

Slide 5 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord
Perfekt 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

ik heb gespeeld - ich habe
A
gespield
B
gespielen
C
spielt
D
gespielt

Slide 8 - Quizvraag

horen - gehoord
hören -

Slide 9 - Open vraag

wonen - gewoond
wohnen -

Slide 10 - Open vraag

bezoeken - bezocht
besuchen -

Slide 11 - Open vraag

wensen - gewenst
wünschen

Slide 12 - Open vraag

verzorgen - verzorgd
versorgen -

Slide 13 - Open vraag

verkaufen - sie hat ....

Slide 14 - Open vraag

trainieren - sie hat

Slide 15 - Open vraag

Max hat eine Prüfung (geschreven)

Slide 16 - Open vraag

Welche Lehrerin hast du (gehad)?

Slide 17 - Open vraag

Teo ist viel (gezwommen)

Slide 18 - Open vraag

Meine katze hat mit Emma (gespeeld)

Slide 19 - Open vraag

Hast du die Braut (gefotografeerd)?

Slide 20 - Open vraag

Meine Cousine hat uns (bezocht)

Slide 21 - Open vraag

Bist du gestern ins Kino (gegaan)?

Slide 22 - Open vraag

Martin ist gestern (meegekomen)

Slide 23 - Open vraag

Sprechen & hören
Lektion 2: Aufgabe 2-4

Slide 24 - Tekstslide

Die Wörter (Lektion 3)

Slide 25 - Tekstslide

de handdoek

Slide 26 - Open vraag

de handdoeken

Slide 27 - Open vraag

het mobieltje

Slide 28 - Open vraag

het tijdschrift
A
die Zeitung
B
die Zeit
C
die Zeitschrift
D
das Zelt

Slide 29 - Quizvraag

het luchtbed

Slide 30 - Open vraag

die Taschenlampe
die Reisetasche
das Zelt
die Sonnenbrille
de zonnebril
de tent
de zaklamp
de reistas

Slide 31 - Sleepvraag

Die Antworten
de handdoek - das Handtuch, die Handtücher
het mobieltje - das Handy
het tijdschrift - die Zeitschrift
de zaklamp - die Taschenlampe
de zonnebril - die Sonnenbrille
de reistas - die Reisetasche
de tent - das Zelt

Slide 32 - Tekstslide

Lesen & hören
Aufgabe 5-7

Slide 33 - Tekstslide

Präteritum haben/sein/werden

Slide 34 - Tekstslide

Haben, sein en werden
Tegenwoordige + verleden tijd

Slide 35 - Tekstslide

Doel:

Ik kan de werkwoorden haben, sein, werden vervoegen in de TT


Ik kan de werkwoorden haben, sein, werden vervoegen in de OVT

Slide 36 - Tekstslide

Weet je nog?
haben, sein, werden

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

............... du Zeit für mich?

Slide 39 - Open vraag

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 40 - Open vraag

.................. du müde?

Slide 41 - Open vraag

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.

Slide 42 - Open vraag

Johann, wo...............du?

Slide 43 - Open vraag

.............. Sie schon wieder krank?

Slide 44 - Open vraag

Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt.

Slide 45 - Open vraag

Jetzt kommt:
werden

Slide 46 - Tekstslide

Welke 2 betekenissen heeft
werden?

Slide 47 - Open vraag

Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde

Slide 48 - Quizvraag

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 49 - Quizvraag

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 50 - Quizvraag


.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 51 - Quizvraag

Nu in de OVT
(verleden tijd)

Slide 52 - Tekstslide

Präterium (OVT)
ich hatte             ich war            ich wurde
du hattest           du warst          du wurdest
er hatte               er war              er wurde
wir hatten            wir waren        wir wurden
ihr hattet              ihr wart           ihr wurdet
Sie/sie hatten      sie/Sie waren  sie/Sie wurden
gehabt                 gewesen         geworden

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Even oefenen
Op de volgende site kun je oefenen met haben/sein in de verleden tijd. Hoeveel punten haal jij?

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Link