voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke woordsoorten ken je?
Slide 2 - Open vraag
Over welke woordsoort zegt een bijvoeglijk naamwoord iets? Geef een voorbeeld.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Waarover zegt een bijvoeglijk naamwoord iets?
A
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het werkwoord.
B
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
C
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het lidwoord.
D
Slide 9 - Quizvraag
Je schrijft een werkwoord dat als bijvoeglijk naamwoord is gebruikt zo kort mogelijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
In welke zin wordt het onvoltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord:
A
De
gealarmeerde
hulpdiensten kwamen aangesneld.
B
In de krant verschenen
alarmerende
berichten over toenemend geweld.
C
Vanwege een brand werden
we gealarmeerd
D
Slide 11 - Quizvraag
Het voltooid deelwoord wordt gebruikt als bijvoeglijk naamwoord:
pv = groeien vt = groeide(n)
pv = groeien vt = groeide(n)
A
De flink gegroeide
kastanjeboom staat in de weg.
B
De kastanjeboom
is tot een hoogte van 2 meter
gegroeid
C
De flink groeiende
kastanjeboom staat in de weg.
Slide 12 - Quizvraag
Een voltooid deelwoord (VD) en een onvoltooid deelwoord (OD) kunnen als bijvoeglijk naamwoord (BN) worden gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Het dierenasiel vangt ieder jaar tientallen gedumpte kittens op.
A
VD als BN
B
OD als BN
Slide 14 - Quizvraag
De slapende kater was gemakkelijk te fotograferen.
A
OD als BN
B
VD als BN
