Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoord (spelling) 1 Hfs. 3
DOEL
- je kunt
werkwoorden
correct spellen in verleden tijd.
- Je kunt zinnen maken met
werkwoorden
in verleden tijd.
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spelling
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
DOEL
- je kunt
werkwoorden
correct spellen in verleden tijd.
- Je kunt zinnen maken met
werkwoorden
in verleden tijd.
Slide 1 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Vandaag:
H3 verleden tijd.
Slide 2 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
Vorige keer Tegenwoordige
tijd...
Wat weten jullie daar nog van?
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Woorden die de tegenwoordige tijd aangeven zijn:
nu, straks, morgen, vandaag, heden, over een aantal jaar, tegenwoordig, later, over een eeuw, etc.
Slide 4 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Woorden die verleden tijd aanduiden zijn:
net, gister, vorig jaar, vorige week, onlangs, vorig weekend, etc.
Slide 5 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn zó sterk dat de klank in de
verleden tijd
kan veranderen.
Daarom noemen we ze ook wel andere-klank woorden
Je schrijft ze zoals je ze hoort
Hij loopt
Hij liep
Slide 6 - Tekstslide
Werkwoorden in verleden tijd
Zwakke werkwoorden (enkelvoud) eindigen op te of de
Ik fietste
Ik wandelde
Bij meervoud eindigt het op ten of den
Wij fietsten
Wij wandelden
Slide 7 - Tekstslide
Schrijf in de verleden tijd:
Hij ... het bedrag uit. (rekenen)
A
rekente
B
rekende
C
rekendde
D
rekent
Slide 8 - Quizvraag
Schrijf in de verleden tijd:
Ik ... de pasta. (koken)
A
kook
B
kookt
C
kookde
D
kookte
Slide 9 - Quizvraag
Schrijf in de verleden tijd:
Ik ... naar de voetbalwedstrijd op tv. (kijken)
A
kijkt
B
keek
C
kijkte
D
kijkde
Slide 10 - Quizvraag
Schrijf in de verleden tijd:
Wij ... de pannen op tafel. (zetten)
A
zetten
B
zaten
C
zetden
D
zedden
Slide 11 - Quizvraag
Schrijf in de verleden tijd:
Wij ... met brood en thee. (ontbijten)
A
ontbijtten
B
ontbetten
C
ontbeten
D
ontbijten
Slide 12 - Quizvraag
GELEERD?
- je kunt
werkwoorden
correct spellen.
- Je kunt zinnen maken met werkwoorden in verleden tijd.
spelling: werkwoordspelling
Slide 13 - Tekstslide
Heb je nog vragen, stel ze gerust.
Slide 14 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Spelling persoonsvorm in de vt
Juni 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Verleden tijd
September 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 2 herhaling lj 1
Maart 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2B - Nederlands les 1 ww-spelling
Maart 2021
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 6: pv tt en pv vt
Januari 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Dinsdag 8 maart
Maart 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Groep 7-8 | werkwoordspelling | tegenwoordige tijd
Augustus 2024
- Les met
19 slides
door
NTC DEF@ctO nl E.E
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
NTC DEF@ctO nl E.E
spelling werkwoorden: persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
Mei 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1