Bronvermelding - zelfstandig werken

Bronvermelding
Tijdens het maken van verslagen houdt je goed bij welke bronnen je gebruikt hebt. Het moet voor de lezer van je verslag duidelijk zijn waar je de informatie vandaan hebt gehaald.

In je verslag neem je altijd een bronvermelding op: een lijst waarop alle websites, boeken, artikelen en dergelijke staan die je hebt gebruikt om informatie te verzamelen.

Voor het opschrijven van je bronnen gelden vaste regels.  Je zet alle bronnen op alfabetische volgorde (op achternaam van de schrijvers) in de lijst. Hoe je twee belangrijke soorten bronnen noteert zie je op de volgende dia's.



1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bronvermelding
Tijdens het maken van verslagen houdt je goed bij welke bronnen je gebruikt hebt. Het moet voor de lezer van je verslag duidelijk zijn waar je de informatie vandaan hebt gehaald.

In je verslag neem je altijd een bronvermelding op: een lijst waarop alle websites, boeken, artikelen en dergelijke staan die je hebt gebruikt om informatie te verzamelen.

Voor het opschrijven van je bronnen gelden vaste regels.  Je zet alle bronnen op alfabetische volgorde (op achternaam van de schrijvers) in de lijst. Hoe je twee belangrijke soorten bronnen noteert zie je op de volgende dia's.



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bronvermelding dient een aantal doelen:

  1. Je geeft hiermee de auteur van de bron de eer die hem/haar toekomt.
  2. Je geeft de lezer van je schrijfproduct de kans om de bron op te zoeken.
  3. Door het plaatsen van een bron voorkom je plagiaat.

https://www.scribbr.nl/category/apa-stijl/

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee manieren
  • Citeren: letterlijk tekst overnemen
  • Parafraseren : een stuk tekst in eigen woorden samenvatten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

APA-regels
Twee plekken waar je je bronnen noteert:
  1. In de tekst bij dat wat je hebt overgenomen (citaat of parafrase)
  2. In je bronnenlijst aan het eind van je schrijfproduct

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. APA-regels in de tekst
Volgens de APA-richtlijnen moet je de achternaam van de auteurs en het jaar van publicatie noteren.

Dit kan op meerdere manieren worden gedaan.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zitten de verschillen?
Uit een eerder onderzoek blijkt dat er veel behoefte is aan … (Swaen, 2014).
  
Swaen (2014) schrijft dat er veel behoefte is…

In 2014 beschreef Swaen dat er steeds meer behoefte is…

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je een bron met 2 auteurs in de tekst noteren, denk je?
A
Uit een eerder onderzoek blijkt dat er veel behoefte is aan … (Swaen en McKeown, 2014).
B
Uit een eerder onderzoek blijkt dat er veel behoefte is aan … (Swaen & McKeown, 2014).
C
Swaen & McKeown (2014) schrijven dat er veel behoefte is…
D
Swaen en McKeown (2014) schrijven dat er veel behoefte is…

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als de auteur niet bij de bron genoteerd staat?
A
Dan gebruik je de naam van de organisatie.
B
Dan schrijf je in plaats van de naam 'z.a.' wat staat voor 'Zonder auteur'.
C
Dan vul je geen naam, maar alleen een jaartal in.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. APA-regels bronnenlijst
Per document kunnen de regels verschillen. Jullie maken veel gebruik van:
  • internetbron
  • tijdschrift
  • boek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar, gelukkig, beginnen alle bronnen hetzelfde:
APA-format:
  
AchternaamAuteur1, InitialenAuteur1, & AchternaamAuteur2, InitialenAuteur2. (PublicatieJaar). Titel.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk het begin van je bron uit met de volgende gegevens:
Auteur: Kate Cain
Titel: Reading development and difficulties
Jaar van uitgave: 2013
Uitgever: BPS Blackwell (Cornwall, Engeland)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Auteur: Kate Cain
Titel: Reading development and difficulties
Jaar van uitgave: 2013
Uitgever: BPS Blackwell (Cornwall, Engeland)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding boeken en artikelen
Basisregel bronvermelding van een boek:
Achternaam auteur, voorletter(s) (Jaar van uitgave). Titel: Eventuele subtitel. Plaats uitgever: Uitgever.
Voorbeeld:
Speet, B. (2008). De tijd van steden en staten: 1000 – 1500. Zwolle: Waanders.

Basisregel bronvermelding van een artikel uit krant of tijdschrift:

Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiedatum). Titel artikel: Eventuele subtitel. Naam van tijdschrift of krant, evt. paginanummer(s).
Voorbeeld:
Adolf, S. (1 maart 2008). Nederlandse design fleurt Madrid op. NRC Handelsblad, p. 9.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noteer je de bron?
Stel je voor, je hebt voor een verslag het volgende artikel gebruikt:

Laptop in de klas uit het tijdschrift Vives van 12 februari 2012, nr. 122. Het artikel is geschreven door Arjan van Bijnen en staat op bladzijde 16 en 17.

Noteer deze bron op zoals je hem in je bronvermelding zou zetten. Vul dit in op de volgende dia.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de bron uit de vorige dia zoals je deze in een bronvermelding zou zetten.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding websites
Basisregel bronvermelding van een internetsite:
Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van het document of de website. Geraadpleegd op dag maand jaar.  adres website

Voorbeelden:
Weijer, K. (2000). Geschiedenis van het gebruik van de Schiphol-Oostbaan. Geraadpleegd op 16 april 2010. http://www.vliegoverlast.nl/archief/GeschiedenisGebruikSchipholOostbaan071200.html ?

Zwaartekracht (2010). Geraadpleegd op 16 april 2010. http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwaartekracht

Slide 16 - Tekstslide

  • Soms is het moeilijk om van internetsites de auteur te vinden; kijk op een site bijvoorbeeld bij 'Colofon' of 'Over ons'. Vind je echt niets, vermeld dan de verantwoordelijke organisatie.
  • Neem niet de homepage, maar de 'deeplink' van de sites, die ‘pagina’ waar jij de informatie vandaan hebt gehaald.




Hoe noteer je de bron?
Stel je voor, je hebt voor een verslag gebruik gemaakt van de volgende webpagina:

https://www.ouders.nl/artikelen/geen-sociale-media-onder-de-16

Noteer deze bron zoals je hem in je bronvermelding zou zetten. Gebruik de datum van vandaag als de datum waarop je de bron hebt bekeken.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de bron uit de vorige dia zoals je deze in een bronvermelding zou zetten.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de bron van de website waar jij de CAO hebt gevonden, zoals je deze in een bronvermelding zou zetten.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • Als je gebruik maakt van informatiebronnen, zoals een website, is het belangrijk dat je kijkt of de informatie klopt.
  • Bij het zoeken naar informatie op het internet zijn de eerste zoekresultaten niet per se de beste bronnen.
  • Bij ieder verslag maak je een bronvermelding: een lijst waarop alle websites, boeken, artikelen en dergelijke staan die je hebt gebruikt om informatie te verzamelen. Voor het opstellen van bronvermeldingen gelden vaste regels. (APA)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in 5 woorden wat je hebt geleerd

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies