Woche 4 Stunde 2

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel
- Du weißt, wann du nach diesen Präpositionen:
an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen
den 3. oder den. 4 Fall verwenden musst.

Slide 2 - Tekstslide

Programm
  • Onregelmatige werkwoorden
  • Hausaufgaben korrigieren
  • Grammatik erklären
  • Hausaufgaben machen

Slide 3 - Tekstslide

Grammatikprüfung
Donderdag 13 maart

Slide 4 - Tekstslide

Voor een chocolaatje:

Slide 5 - Tekstslide

Naamvallen: Stappenplan
1. Staat er een voorzetsel in de zin?
- aus, außer, bei, mit, nach, seit, von, zu = 3e naamval
- bis, durch, für, gegen, ohne, um = 4e naamval
2. Zinnen ontleden:
- onderwerp = 1e naamval
- lijdend voorwerp = 4e naamval
- meewerkend voorwerp = 3e naamval
3. Hoort het lidwoord bij de der- of de ein-groep?
     dies-, jed-, jen-, solch-, manch-, welch-, all-, beid- = der-groep
     ein-, kein-, mein-, dein-, sein-, unser-, euer-, ihr-, Ihr- = ein-groep

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan naamvallen
  1. Voorzetsel?
  2. ow, lv, mv?
  3. der- of ein-groep
  4. tabel

Slide 7 - Tekstslide

Oefening 8: 1e/ 3e/ 4e naamval

Slide 8 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels
Dit zijn de keuze voorzetsels:
  • an
  • auf
  • hinter
  • in
  • neben
  • über
  • unter
  • vor

Slide 9 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels
3e naamval = 
  • Bij een tijdsbepaling (met lidwoord)
  • Bij een plaats bepaling (ergens zijn)
  • er gens zijn = 3 lettergrepen, dus 3e naamval (ezelsbruggetje)
  • Bij figuurlijk gebruik (met de voorzetsels: an, hinter, neben, unter, vor)

Slide 10 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels
3e naamval = 
Bij een tijdsbepaling (met lidwoord)
  • Ich arbeite seit einem Jahr an dieser Schule.
  • Vor einer Woche waren wir in Deutschland.

Slide 11 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels
3e naamval =
Bij een plaatsbepaling.
  • Dein Handy liegt im Handyhotel.
  • Sein Auto steht auf dem Parkplatz.

Slide 12 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels
3e naamval =
figuurlijk gebruik (- auf + über)
  • Er steht nicht hinter seiner Aussage.

Slide 13 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels
4e naamval =
  • Bij een beweging (ergens komen)
  • er gens ko men = 4 lettergrepen, dus 4e naamval (ezelsbruggetje)
  • Bij figuurlijk gebruik met auf + über

Slide 14 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels
4e naamval =
Bij een beweging
  • Ich stelle das Auto hinter das Haus.
  • Der Hund kriecht unter den Tisch.

Slide 15 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels
4e naamval =
Figuurlijk gebruik (auf + über)
  • Wir reden über ihn.
  • Ich bin so stolz auf dich.

Slide 16 - Tekstslide

Hausaufgaben
Machen:
Oefening 9 - Keuzevoorzetsels
Aufgabe WOOTS
Maximal A2 + Wortliste meenemen!

Lernen:
Aantekening 1 bis 8

Slide 17 - Tekstslide