In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Nederlands
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Burgerschap: Werken en de overheid
Een zakelijk gesprek voeren
Verder werken in Studiereader
Slide 2 - Tekstslide
Na deze les:
kan je uitleggen wanneer je als werkgever en als werknemer te maken krijgt met de overheid;
kan je uitleggen wat een verzorgingsstaat inhoudt;
kan je zakelijke gesprekken voorbereiden op basis van situaties;
kan je een zakelijk gesprek voeren.
Slide 3 - Tekstslide
Werken en de overheid
Slide 4 - Tekstslide
Stel je voor....
..Je start een eigen bedrijf in jouw branche of sector.
• Welke activiteiten moet je ondernemen?
• Op welke manieren krijg je te maken met de overheid?
Slide 5 - Tekstslide
Waar kom je de overheid tegen?
Vergunningen aanvragen (gemeente)
Aan de regels houden voor bijvoorbeeld:
openingstijden
(brand)veiligheid
voedselveiligheid
Als je mensen aanneemt moet je:
je aan arboregels houden
uitbetalen volgens CAO
belastingen en premies betalen
Slide 6 - Tekstslide
Werken en de overheid
Ook als werknemer heb je in Nederland veel te maken met de overheid. Zo heeft een werknemer bepaalde rechten en plichten.
wetten (minimumloon, doorbetaling bij ziekte, vakantiedagen)
belastingen en premies (volksverzekering)
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht
Bekijk de video op de volgende slide en beantwoord deze vragen:
Wat is vergrijzing?
Waarom is vergrijzing een probleem voor de verzorgingsstaat?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Wat is vergrijzing en waarom is het een probleem voor de verzorgingsstaat?
Slide 10 - Open vraag
Participatiesamenleving
In een verzorgingsstaat zorgt de overheid voor het welzijn van de burgers.
De laatste jaren meer nadruk op de zelfredzaamheid.
Je moet dingen zelf regelen en in orde maken. We spreken dan ook van een ‘participatiesamenleving’.
Is dit een goede ontwikkeling volgens jou?
Slide 11 - Tekstslide
Zakelijk gesprek
In het dagelijkse leven heb je weleens contact met de overheid of met bedrijven, omdat je bijvoorbeeld informatie nodig hebt, iets wil delen of een verzoek hebt.
Je kan dan langsgaan of bellen om een zakelijk gesprek te voeren.
Slide 12 - Tekstslide
Zakelijk gesprek voorbereiden
Een zakelijk gesprek bereid je voor aan de hand van een aantal vragen:
Wat wil je bereiken in het gesprek?
Wie moet je daarvoor spreken?
Wat moet je zeggen om je doel te bereiken?
Slide 13 - Tekstslide
Wat wil je bereiken in het gesprek?
Bedenk wat het doel is van het gesprek: wat verwacht je van je gesprekspartner?
Slide 14 - Tekstslide
Wie moet je daarvoor spreken?
Bedenk met welke instantie, welk bedrijf of welke afdeling je contact moet opnemen.
Bedenk wat je gesprekspartner al weet over de situatie.
Slide 15 - Tekstslide
Wat moet je zeggen om je doel te bereiken?
Bedenk wat je aan het begin van het gesprek gaat zeggen om duidelijk te maken waarom je belt of langskomt.
Bedenk welke informatie je gesprekspartner verder nodig heeft.
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Ga in Studiereader werken aan Opbouwopdrachten Gesprekken Taak 2: maak alle opdrachten!
Toe aan de eindopdracht? Vraag mij dan naar het formulier met de opdracht.