Fictie 1 | herhaling - vrijdag

Programma + doel
  • Herhaling Fictie blok 1-4
  • Samen afsluiten


Doel: Je begrijpt de stof van Fictie blok 1-4.

Toetsweek: proefwerk Fictie blok 1-5
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma + doel
  • Herhaling Fictie blok 1-4
  • Samen afsluiten


Doel: Je begrijpt de stof van Fictie blok 1-4.

Toetsweek: proefwerk Fictie blok 1-5

Slide 1 - Tekstslide

Fictie blok 1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Opbouwschema
  1. Beginsituatie
  2. Ontstaan van het probleem
  3. Steeds meer moeilijkheden
  4. Dieptepunt
  5. Langzame verbetering
  6. Slot 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Over beeldspraak:

'Hans, de angstige haas, voelde zich niet op zijn gemak.'
A
Hierin zie je een metafoor.
B
Hierin zie je een vergelijking met als.
C
Hierin zie je een vergelijking zonder als.
D
Hierin zie je een personificatie.

Slide 12 - Quizvraag

Is dit een metafoor?

Zijn moeder zei: 'Zaterdag moet jij die zwijnenstal eens opruimen.'
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Fictie blok 2

Slide 14 - Tekstslide

Let op: 'spannend' of 'spanning' is geen genre!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

1. 'Ik heb me dood gelachen tijdens de les.'

2. 'De verwarming deed het niet in de winter, het kon thuis dus een beetje fris zijn.'
A
1. Eufemisme. 2. Understatement.
B
1. Hyperbool 2. Understatement
C
1. Ironie 2. Hyperbool
D
Allebei understatements.

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Fictie blok 3 en 4

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Welke technieken kan een schrijver gebruiken om spanning op te bouwen?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met de setting van een verhaal?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk maandag
Fictie blok 5 - opdracht 1
Blz. 202

Slide 35 - Tekstslide