Les 27 oktober 2020

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Deze les:

• dagopening
• herhaling 
• uitleg Taalverzorging 1 
• voorbeeldzinnen
• zelfstandig werken
• les afronden

Dagopening

"Alles voor likes?"

https://www.youtube.com/watch?v=nSoa9Z4_gjI&feature=youtu.be 

00:22

Figuurlijk taalgebruik?

En je woorden maken wolkjes in de lucht.

Een rilling loopt een rondje op mijn rug.

Herhaling

WW? LW? ZN? BN?

"Wij wonen in een nieuwe villa aan de rand van de stad."

"Wij wonen (ww) in een (LW) nieuwe (BN) villa (ZN) aan de (LW) rand (ZN) van de (LW) stad (ZN)."

Uitleg Taalverzorging 1

Let tijdens het filmpje op de volgende vragen en noteer het antwoord:

1.  Uit hoeveel werkwoorden bestaat een zin minimaal?
2. Wat is een zelfstandig naamwoord?
3. Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

https://nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl/#/book/0819c51c-40be-4c83-a4bd-a59023c00f51/chapter/eb965b51-3c42-4886-a49b-b88381282879/paragraph/1bd400bf-9604-4148-b7b4-0947f5f20489/lesson/ae2970a7-6e14-4ec7-b201-561311c44b81

Voorbeeldzinnen

Benoem de onderstreepte woorden. Kies uit: ww - lw - zn. 

1. Karin, heb jij rozen gegeven aan je vriendje?

2. In september gaan we altijd paardrijden op de Veluwe. 

1. Karin, heb jij rozen (zn) gegeven (ww) aan je vriendje?

2. In september (zn) gaan we altijd paardrijden op de (lw) Veluwe (zn). 

Voorbeeldzinnen

Benoem de onderstreepte woorden. Kies uit: ww - zn - bn - vz.

1. Zalinka wil graag wat suiker over haar aardbeien. 

2. Na het avondeten kijk ik altijd naar GTST.

1. Zalinka wil (ww) graag wat suiker over (vz) haar aardbeien (zn). 

2. Na het avondeten kijk (ww) ik altijd naar (VZ) GTST (ZN).

Zelfstandig werken

Wat? --> maak de opdrachten van Taalverzorging 1 – woordsoorten.

Hoe? --> zelfstandig

Hulp? --> docente vragen

Klaar? --> docente vragen wat je kan doen

Les afronden

WW? LW? ZN? BN?

"Wij wonen in een nieuwe villa aan de rand van de stad."

Huiswerk: de paragraaf Taalverzorging 1 is af.