Vitaliteit - verdieping

Les 8 – Sociale brein in ontwikkeling
IMO2 - les 5
Vitaliteit - verdieping
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 8 – Sociale brein in ontwikkeling
IMO2 - les 5
Vitaliteit - verdieping

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag ...
Korte terugblik - verdieping van de theorie
Zelfstandig aan de slag 
Klassikaal bespreken

Slide 2 - Tekstslide


Wat is vitaliteit ook alweer?

Slide 3 - Open vraag

Vitaliteit
Vitaliteit betekent dat je lekker in je vel zit. Je doet je werk goed. En hebt plezier tijdens je werk. Als je thuis bent, kun je goed uitrusten en doe je leuke dingen. Als je vitaal bent, voel je je prettig en heb je veel energie. En je weet wat je moet doen als je je even niet vitaal voelt. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is eenzaamheid?

Slide 5 - Open vraag

Wat heeft eenzaamheid te maken met vitaliteit?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Eenzaamheid & vitaliteit
Eenzaamheid kan de fysieke gezondheid beïnvloeden door het verhogen van risico's op aandoeningen zoals hoge bloeddruk en hartziekten. Op mentaal vlak kan het leiden tot depressie, angst en stress.

Slide 9 - Tekstslide

Eenzaamheid & vitaliteit
Sociale interactie is belangrijk voor vitaliteit omdat het bijdraagt aan een gevoel van verbondenheid, vreugde en energie. Sterke sociale verbindingen kunnen een positieve invloed hebben op het dagelijks leven.

Slide 10 - Tekstslide

Stelling: alleen ouderen mensen voelen zich eenzaam
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Hoe kun je zien dat iemand eenzaam is?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Wat kun je doen tegen eenzaamheid?

Slide 14 - Open vraag

Eenzaamheid tegengaan
https://www.postmaatje.nl/

Slide 15 - Tekstslide

Waar staan de letters voor in: BRAVO?

Slide 16 - Open vraag

Bewegen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Waarom is bewegen goed voor je?
  • Het verbetert je nachtrust
  • Minder kans op depressies
  • Betere sociale vaardigheden
  • Betere school/ werk resultaten
  • Sterkere ontwikkeling van de hersenen
  • Gezond gewicht
  • Versterkt hart, longen, spieren en botten

Slide 19 - Tekstslide

Roken

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Alcohol

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Voeding

Slide 25 - Tekstslide

Functie voedingsstoffen
  • Bouwstoffen: voor groei, ontwikkeling en herstel van cellen
  • Brandstoffen: energie leveren
  • Reservestoffen: opslag
  • Beschermende stoffen: tegen ziektes

Slide 26 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen
  • Koolhydraten: suikers, zetmeel en vezels 
  • Eiwitten: bouwstof, spierherstel bij bijvoorbeeld spierpijn
  • Vetten: onverzadigde vetten (maakt hormonen en cellen), verzadigde vetten (transvetten)
  • Vocht: 1,5 liter - 2 liter water per dag! 

Slide 27 - Tekstslide

Koolhydraten:
Dit zijn de energieleveranciers. Ze zitten in dingen zoals brood, pasta, rijst en fruit. Ze geven ons lichaam de power die het nodig heeft om te bewegen en dingen te doen.

Slide 28 - Tekstslide

Eiwitten:
Deze helpen ons lichaam groeien en sterk blijven. Ze zitten in voedsel zoals vlees, vis, eieren, bonen en noten. Ze zijn als de bouwstenen voor ons lichaam, ze helpen bij het maken en repareren van dingen in ons lijf.

Slide 29 - Tekstslide

Vetten:
Dit zijn ook een soort energie, maar ze doen meer! Ze helpen bij het opnemen van bepaalde vitamines en houden ons warm. Je vindt ze in dingen zoals boter, olie, noten en avocado's.

Slide 30 - Tekstslide

Ontspannen

Slide 31 - Tekstslide

Ontspannen
Ontspannen is superbelangrijk omdat het je helpt om je goed te voelen! 

Wanneer je ontspant, geef je, je lichaam en geest rust. Het helpt stress te verminderen en dat is goed voor je gezondheid. Als je te veel stress hebt, kan dat slecht zijn voor je lijf en je hoofd. Dus door te ontspannen, geef je jezelf de kans om lekker te rusten en dat maakt je gezonder en blijer.

Slide 32 - Tekstslide

Theorie, zelfstandig
Ga aan de slag met de theorie in je IMO2 boekje. 

Slide 33 - Tekstslide