3 en 4 krachten tekenen en hefboom

H1 krachten

paragraaf 2 krachten tekenen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
naMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 krachten

paragraaf 2 krachten tekenen

Slide 1 - Tekstslide

een pijl

we tekenen krachten met pijlen.

de pijl laat de richting zien van de kracht en de lengte de grootte van de kracht.


de pijl wordt getekend vanuit het aangrijpingspunt.

 

Slide 2 - Tekstslide

eenheid van kracht
hoe groot een kracht is geef je aan in newton.

de eenheid van kracht is dus newton.
1 newton kan je ook schrijven als 1 N

Slide 3 - Tekstslide

optillen
op iets van 1kg op te tillen heb je 10 N nodig.

1 kg = 10 N

Slide 4 - Tekstslide

force
we schrijven in de natuurkunde geen kracht op maar daar gebruiken we een letter voor. 

de letter F betekent kracht

Slide 5 - Tekstslide

krachten-schaal
de kracht wordt met een pijl getekend. 
een andere naam voor pijl is vector.

als je een vector moet tekenen moet dit vaak met een schaal

Slide 6 - Tekstslide

schaal verdeling
lengte=kracht∶krachtenschaal

lengte -> lente van de vector
kracht-> het aantal newton van de kracht
krachtenschaal-> de waarde van N die overeenkomt met  1 cm

Slide 7 - Tekstslide

onthouden
een kracht heeft een : aangrijpingspunt, richting en een grootte

de eenheid van kracht is newton
1 newton kort je af als 1 N.
het symbool voor kracht is F.
een kracht teken je met een pijl.
een ander woord voor deze pijl is vector.
de krachten-schaal is de afspraak over de lengte van de pijl.
de lengte van de pijl bereken je met de formule:
lengte=kracht∶krachtenschaal

Slide 8 - Tekstslide

formules om te helpen

lengte = kracht : krachtenschaal

kracht = lengte x krachtenschaal


let op deze staan niet in je binas!


Slide 9 - Tekstslide

evenwicht
de krachten houden elkaar in evenwicht.

ze trekken in dit geval even hard aan de zak maar wel in tegenovergestelde richtingen.

Slide 10 - Tekstslide

normaalkracht
de schaalfruit staat op de tafel hieraan trekt de zwaartekracht.

de tafel deukt een klein beetje in waar de schaal de tafel raakt.

doordat de tafel indeukt ontstaat er een kracht die recht omhoog is dit noemen we de normaalkracht.

dit zorgt voor evenwicht

Slide 11 - Tekstslide




voor een evenwicht moet je naar 3 voorwaarden kijken:

- de krachten zijn even groot

- de krachten hebben een tegengestelde richting

- de krachten liggen op dezelfde lijn (in elkaars verlengde)

Slide 12 - Tekstslide

nettokracht
als krachten in evenwicht staan zeggen we dat de nettokracht 0 N is.

we kunnen nettokracht ook resulterende kracht of resultante noemen

Slide 13 - Tekstslide

waar let je op
als de nettokracht niet 0 N is dan zal de richting van het voorwerp veranderen.

let op!:
- krachten in dezelfde richting tel je bij elkaar op
- krachten in tegengestelde richting trek je van elkaar af


Slide 14 - Tekstslide

F1= 15 N            F2= 25 N

Slide 15 - Tekstslide

kracht vergroten
met een breekijzer kan je makkelijk dingen open maken. 

de kracht is 20 keer zo groot met een breekijzer dan met je blote handen

Slide 16 - Tekstslide

breekijzer
het is gemaakt van een sterk stuk metaal. 

het korte uiteinde plaats je bij het voorwerp wat je wilt open breken en op het andere uiteinde kan je dan kracht zetten.

dit noem je een hefboom

Slide 17 - Tekstslide

hefboom
een hefboom heeft 3 punten:
- een krachtpunt
- een draaipunt
- een lastpunt

Slide 18 - Tekstslide

hefboom
het krachtpunt is waar je de kracht uitoefent.

het draaipunt kan de hefboom draaien

het lastpunt oefent de hefboom een kracht uit op een voorwerp

Slide 19 - Tekstslide

steeksleutel
met een steeksleutel kan je een moer losdraaien.

het draaipunt is bij de moer
het krachtpunt is het uiteinde
het lastpunt zit op de buitenkant van de moer

Slide 20 - Tekstslide

flesopener

Slide 21 - Tekstslide

tang
steekwagen

Slide 22 - Tekstslide

kracht-vergroting
krachtpunt = lang uiteinde
lastpunt = kort uiteinde

het krachtpunt is 60cm van het draaipunt.
het lastpunt is 3cm van het draaipunt.

krachtvergroting= lange uiteinde: korte uiteinde

hiermee kan je uitrekenen hoeveel groter een kracht wordt.

Slide 23 - Tekstslide

evenwicht
hefboom die in evenwicht is staat stil is dit niet het geval dan gaat hij bewegen (draaien).

A hangt in evenwicht en dat zie je direct

B hangt ook in evenwicht maar waarom?

dit komt door het moment


Slide 24 - Tekstslide

moment
het moment reken je uit met de volgende formule

moment = kracht x lengte arm

de korte arm is 10 cm 
de lange arm is 15 cm

Slide 25 - Tekstslide