Flexuur: Regelmatige werkwoorden herhaling

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Herhaling: 
persoonlijke vnw en regelmatige ww.

Slide 2 - Tekstslide

Hier begin ik week 12 met 1A  en 1C

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Werkwoorden
Er zijn drie basistypen Spaanse werkwoorden. Deze onderscheiden zich in de uitgangen -ar, -er en -ir
Voorbeelden van geheel regelmatige werkwoorden zijn:

Hablar (spreken)
Comer (eten)
Vivir (leven)

timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vervoeg je een werkwoord?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbos -AR-ER -IR
Regelmatige werkwoorden eindigend op -AR , -IR , -ER
Weet je de regel nog?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

hablar = spreken
Stap 1:
de laatste twee letters haal je weg: -ar
 habl (dit is de stam🌲)
Stap 2:
achter habl- komen 
zes verschillende uitgangen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgang op een rijtje:

Stam

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke voornaamwoord en regelmatige werkwoord

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke voornaamwoord en regelmatige werkwoord

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Vamos a practicar!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik koop
(kopen = comprar)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij loopt
lopen = andar

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij dansen
dansen = bailar

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij zoekt
(zoeken = buscar)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij maken schoon
(schoonmaken = limpiar)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jullie verdienen
(verdienen = ganar)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij studeert
(studeren = estudiar)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenblaadjes uitdelen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies